Het is het mooiste dat kan gebeuren in het leven van kleine “gelovigen”. Dat de Rommelpiet langskomt en tot grote hilariteit de tafels omdraait, de stoelen versjouwt, de krantenbak onder een bureau zet, de planten verstopt. Of dat allemaal nog niet genoeg is: en hij natuurlijk de schoentjes aan de lampen hangt.
Wíj zitten ruim drie weken in de rommel, onze vloer op de benedenverdieping, bleek na controle van de waterschade, volkomen vermolmd. Houten planken, hé, in een huis van honderdtwintig jaar geleden.
Container gehuurd, scheppen en kruiwagens geleend en twee dagen gekruid. Ongelofelijk, wat een rommel en stof in de ruimste zin van het woord. Niet alleen beneden, maar ook boven. Mijn volledige werkkamer moest ontmanteld. Zo goed en zo kwaad als het gaat, schrijf en mijmer ik nu op een tafeltje bij het raam in de woonkamer.
Maar ojee, waar liggen de postzegels ook alweer? Weet jij het pasje voor de vuilcontainer nog? Boekje met aantekeningen? Kaarten voor een zieke zwager? Plakband, zit dat in die witte doos of toch in die grote tas van AH? De rekening van de loodgieter?
Het kattenbelletje met een telefoonnummer van de dakdekker? Kortom, hoe ik ook mijn best doe, om ook breinaalden of de pluchen Ozosnel terug te vinden, ik voel me als een kat in een vreemd pakhuis en wacht met smart op de dag dat ik mijn werkplek weer kan inrichten.
Deze week ging er een foto rond in onze familie van de geschonden benedenverdieping, commentaar van een gelovige kleindochter: “Oma, is bij jou de Rommelpiet al langs geweest? Maar hij komt vast nog een keer als ik bij jullie mijn schoentje kom zetten, toch oma?”
Hier moest ik even over nadenken. Maar ik weet de uitslag al.
Willie,
13 november 2021