‘Je-weet-nooit’ spullen

Het is een exercitie die zijn weerga niet kent: wat blijft en wat mag het huis uit?
Nu de logeerpartijen van onze kleinkinderen van aard veranderen, geen theeserviesjes meer, maar op een middag theedrinken bij oma, moet en mag er geruimd.

Wat blijft zijn ‘je-weet-nooit’ spullen.
Maar tussen ‘je-weet-nooit’ of  ‘in-een-grote-tas’ voor het goede doel is een fragiele scheidslijn. Nog erger, het lijkt op een gordijn van de dunste vitrage. Doorzichtig, zodat een beslissing heroverwogen mag worden.

Die pop. Ging in de tas, zij mocht een andere poppenmoeder zoeken. Ik trok haar het mooiste jurkje aan, vlechtte twee vlechtjes en veegde haar toet. “Dag, je hebt hier zestien jaar je best gedaan, mijn poppenmoeders kijken nu niet meer naar je om. Te oud.”
Hoe het gebeurde, weet ik niet, maar de andere dag zat ze weer op het logeerbed. Met vlechtjes.

Die beer. Hij blijft, geen twijfel. Hij overleefde alle opruimsessies met gemak en dat verandert niet.

Die blokkendoos. Is een echte ‘je-weet-nooit’, misschien niet meer voor de kleinkinderen, maar vrolijk gekleurde houten blokken kunnen op veel manieren dienst doen. Terug in de kast.

Dat spijlenbedje. Wegwezen, niemand past er meer in, voor noodgevallen ligt op zolder een kampeerbedje. Ik sop de spijlen met lichte weemoed schoon.

Die koffer, jarenlang dé attractie van ons Gouda-huis, vol met ondefinieerbare attributen. Ook met oude sleutels, smurfen, een bril zonder glazen, een versleten portemonnee met treinkaartjes, een verschoten pet, een fornuisje, linker- of rechterhandschoenen in diverse kleuren, drie poppetjes van Playmobil, mijn eerste mobieltje, een triangel, een muziekdoosje, een zachte bal, een schepnetje en een afgedankte handtas. Verlopen pinpassen, een trechter, een zeef en afgedankte paspoorten. Oude lappen en knijpers.
Wat te doen? Ik neem de tijd, laat de hele rataplan door mijn vingers gaan. Alles ruikt naar kinderhandjes. Dezelfde kinderhanden die nu eindexamen doen of als een Razende Roeland berichten over de hele wereld verzenden. Of ze gamen of bezorgen kranten. Op zijn minst klikken zij zelfstandig hun favoriete film aan.

Een uur later gesp ik de koffer dicht en zet hem terug in de gangkast met de volledige inhoud. Hij staat niemand in de weg, toch?
Enne, ‘je-weet-nooit’.

Willie,
4 juni 2021

This entry was posted in Kleinkinderen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.