Hartverwarmend. Nog 1 dag.

En tikje op mijn schouder. Ik zit op een bank, verdiept in een boek, op station Gouda en wacht tot mijn trein komt. Nog een keer getik, verbaasd kijk ik op. In deze tijd komen voorbijgangers gewoonlijk niet zó dichtbij.
Een vrouw van middelbare leeftijd met sliertige grijze haren, in een verschoten groene jas en met een te grote zwarte sjaal staat naast me en wil aandacht. Zij laat haar NS-pas zien, gebaart naar de ingang. Dan haalt zij haar schouders op, wijst naar het bord met de reisinformatie.
“Mevrouw, wat kan ik voor u doen?”
Geen antwoord, ik reken de eentonige klanken die zij uitstoot niet mee.
Zij wijst en gebaart opnieuw, probeert mij nogmaals iets te vertellen.
“U wilt naar Alphen aan de Rijn?”
Ineens loopt zij, met een onvaste tred, richting machinist, die net ten tonele verschijnt.
Hier hetzelfde gebarenspel. De man begrijpt ook niet wat zij wil uitbeelden.
Nu showt de dame weer haar kaart en wrijft haar duim en wijsvinger over elkaar.
“Of u betaald heeft? Welzeker, u bent toch door de poortjes gekomen?”
Haar schouders gaan weer omhoog, haar ogen draaien onrustig.
Dan gebeurt er iets onverwachts.
De machinist geeft haar een arm en zegt: ”Kom maar met mij mee. Ik breng u naar Alphen. Het is goed.” Op haar gemakschoenen krijgt zij een plekje in de eerste klas.

Hartverwarmend ten tijde van corona.

Willie,
21 april 2021

This entry was posted in Corona, Reizen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.