‘Rot-beesten’. Week 24. Dag 4

Eerlijk gezegd vind ik het ‘rot-beesten’. Zij poepen standbeelden onder, bevuilen de pleinen in steden en vliegen pas weg als je met de fiets knarsend tot stilstand komt. Zij pikken patatten uit je zakje en leuren om je versnapering bij de koffie. En zij zijn met zoveel. Veel te veel.

Gebonden aan de lockdown en nóg meer aan een been in het gips, breng ik wat uren door achter mijn bureau. Gelukkig met uitzicht op onze kleine stadstuin, die is opgevrolijkt met  groene heesters, veel voederkastjes, pindakettingen, vetbollen, afdakjes met appel en etagères met vogelzaad.
“Kom dan, roodborstjes, vinkjes, pimpelmeesjes, koolmeesjes. Of lijsters en mussen, kom dan!?”
Maar nee, is ons buitenverblijf gevaarlijk vanwege de vele stadspoezen? Of is de ruimte te veel omgeven door muren, zodat snel opstijgen en vluchten voor mezen en vinken te weinig ruimte biedt?
Jammer. Het is niet anders. Geen gevederde vrienden.
Totdat.
Vorige week landde onverwacht een dikke duif nogal plompverloren op de gevulde etagère. Mijn hart maakte een sprongetje, dan blijkt maar weer, dat situaties meningen doen veranderen.
De duif, een mannetje heb ik ondertussen geleerd, ziet er best fraai uit. Groene glanzende kop, witte kraag en zijn bolle buik zilvergrijs.
Hij kwam drie dagen in zijn ukkie. De vierde dag was zijn vrouwtje mee, kleiner en minder gezegend met pracht en praal. Zij leek er niet om te treuren. Zij pikte naarstig mee.
Ondertussen bevoorraadde ik: beter één vogel in de hand, dan tien in de lucht, nietwaar?
Meneer en mevrouw duif, doffer en duivin, landden enkele dagen achtereen rond het middaguur. Ik keek er naar uit, ik regelde er mijn andere bedrijvigheden omheen.

Eergister zag ik tot mijn stomme verbazing dat de dikke doffer, in plaats van zijn duivin, een vriend had meegenomen. Samen pikten zij de tuin leeg. Voldaan vlogen zij na een kwartier weg en koerden nog wat na op een balkonhek.
Tot mijn, nóg stommere verbazing, landde na een half uur de duivin in ons prieel. Zij was in gezelschap van een vriendin, in elk geval van een vrouw.

Zo geschiedt al drie dagen. Eerst de mannen, dan de vrouwen. En wie hoort bij wie?

Klopt het toch, dat ik duiven ‘rot’ beesten vind?

Willie,
18 maart 2021

This entry was posted in Corona, In en om de Keizerstraat. Bookmark the permalink.

Comments are closed.