Ijs én prioriteiten van mijn moeder. Week 19

‘IJs doet alle plannen smelten.’ (geschreven op 5 februari 2012, opnieuw actueel)

Herken je ook de lichtjes in de ogen en de koortsige blossen op de konen van de winterliefhebbers? Het lijkt misschien op een huis- tuin- en keukenkoorts, maar het is anders: het is Schaatskoorts. Deze aandoening is niet gevaarlijk, laat staan levensbedreigend, het ontregelt wel. Een overvolle agenda blijkt ineens een lange lunchpauze te herbergen, zodat er een paar baantjes getrokken gaan worden. Afspraken kunnen afgezegd, verplichtingen komen op een laag pitje.

Ik ken dat gevoel, wanneer het S-woord daar is. Het is me met de paplepel ingegoten.
Rond mijn vierde hoorde ik mijn moeder op een ijzige ochtend tegen mijn vader zeggen: ‘Kom Hein, de ijzers moeten uit het vet.’
‘IJzers uit het vet?’ Wij hadden in onze kelder van alles en nog wat in of onder het vet voor onzekere dagen. Maar ijzers in het vet?

Ondertussen werden die ijzers, in veel opvolgende maten, uit het vet gehaald. Tot mijn kinderlijke verbazing niet uit een weckpot, maar gewoon uit een kartonnen doos. De ijzers, de schaatsen dus, waren verpakt in oude kranten als bescherming tegen krassen en bramen. In de lente aandachtig ingevet met zuurvrije vaseline. Met mijn peuterneus er boven, zag ik dat vader het vet er voorzichtig afveegde. Deze smurrie smeerde hij weer op de leren riempjes van de doorlopers. Met een beetje geluk kwamen er wel nieuwe oranje vastbindlinten aan te pas.
Naast deze zichtbare handelingen van tevoorschijn halen, ontvetten, vetten, passen en linten strikken deed nog een ander fenomeen in ons gezin zijn intree.
Het fenomeen van even niets moeten.
Mijn moeder, een kordate doortastende vrouw, hield niet van uitstel, getuttel en geneuzel. Noch van ietsepietsie tegenspraak, noch van lichte vormen van ongehoorzaamheid.     ‘Geen haarlemmerdijkjes’, was haar antwoord op ons, soms, weerspannig gedrag.

Met ’gehoorzamen is direct doen, en niet over een uur’, leerde zij ons de opgelegde hand- en spandiensten direct uit te voeren. Jazeker.
Afwassen: meteen.
Huiswerk: direct.
Strijken: op de wasdag.
Sajet ophouden: nu.
Je vader helpen in de bloemenschuur: duldt geen uitstel.
Naar de kruidenier voor een zakje blauw: over vijf minuten terug.
Sokken gestopt en knopen aangenaaid: vóór vanavond.
Naar de kerk: ‘Lopen alvast, Onze Lieve Heer wacht niet.’

Totdat. Totdat er ijs lag in het slootje naast onze moestuin.
Het S-woord waarde vanaf dat moment door ons huis. Het elimineerde alle regels en afspraken. Nog een beetje onwennig door deze onverwachte wending in onze opvoeding, bonden wij snel de blokjes, de doorlopers of de zwierers onder.
Vader sjouwde stoelen op de baan, moeder bracht anijsmelk. Grote broer zette de grammofoon op een bonenkist, draaide wat aan de mechaniek en Willy Derby leidde ons muzikaal de ijle vrieslucht in.
Het huiswerk? De afwas? De strijk?
Onze vragende blik beantwoordde moeder met: ‘Kinderen, ijs doet alle plannen smelten.’
Zo geschiedde en zo geschiedt.

Willie
8 februari 2021

This entry was posted in Corona, Familie. Bookmark the permalink.

Comments are closed.