Ook een prioriteit. Week 17

In tijd van nood

Ik ben momenteel een nooddruftig mens. Ik heb behoefte aan van alles en nog wat. Nee, het gaat vandaag níet om geknuffel en gekroel, het gaat om dingen die ik bij de Hema kan halen.

Nieuwe ansichtkaarten? De bodem van de kaartendoos is in zicht.
Potje knutsellijm? De oude is uitgedroogd.
Kinderverf? Rood is op.
Klosje zwart naaimachinegaren? Heb nog slechts een pover restant.
Witte enveloppen? De laatste is verbruikt.
Een zwabber? Welzeker, de steel is zojuist gebroken.

Voor alles is een oplossing, ik weet het. Online kan er veel geregeld. Niettemin, ga er maar aan staan, om het virtuele winkelmandje met
– twintig verschillende kaarten (want ik hoef geen setjes, je houdt er altijd drie over, die kant noch wal raken en dus nooit te versturen zijn),
– één potje lijm,
– één tube rode verf,
– één klosje zwart garen, nou ja, hier mogen er wel drie in een verpakking,
– vijfentwintig witte enveloppen,
– en tot slot één zwabber
te vullen. Dan ben ik een halve dag verder en krijg ik van alles teveel of net niet wat ik zoek.
IK WIL GEWOON NAAR DE HEMA.

In arren moede besluit zelf oude kaarten te verknippen.
Gelukkig heb ik nog een pakje behangerslijm en vul een leeg jampotje tot de rand.
We gaan gewoon geen kabouters met rode mutsen verven.
Leentjebuur in de straat spelen voor wat zwart garen.
Enveloppen vouw ik van A-viertjes of van mooie bladzijden uit de Flow.
Tenslotte verhuist de steel van de buitenbezem naar de zwabber.

Allemaal opgelost.
Mijn moeder zaliger had een vooruitziende blik met haar wijze woorden: ”Kind, in tijd van nood moet je aardappelen kunnen schillen met een bijl.”
Waarvan akte.

Willie,
28 januari 2021

This entry was posted in Corona. Bookmark the permalink.

Comments are closed.