Andere prioriteiten. Week 14

“Herlezen” lukte mij deze week niet. Zelfs in corona-tijd kunnen andere zaken om allesoverheersende aandacht vragen. Zo geschiedde.

De vrolijkste daarvan was de kleine Amber. Het beste kind zit alweer weken thuis, met opdrachten van de juf via Zoom.
Juf doet haar uiterste best: spreekt in, legt uit, motiveert en zwaait.
Amber doet ook haar uiterste best, zij luistert, knikt, zwaait terug en gaat muisjesstil aan de slag met de tong uit haar mond.
Maar:
Als zij klaar met haar werkje is, wie aait dan over haar bol?
Als zij even aarzelt, wie geeft haar dan een duwtje?
Als zij ondeugend wil doen, waar zijn dan haar klasgenootjes?
Als zij wegdroomt, waar is dan de blik van de begrijpende juf?
Als zij moe is, waar is dan de pauze (met mandarijntje)?
Als zij een nieuwe garderobe heeft, wáár moet zij dan trots zijn?
Als zij een fout maakt, wie wijst haar dan op een pedagogische manier terecht?
Als zij iets heeft meegemaakt, hoe kan zij dát dan vertellen op haar niveau?
Als zij een kindergeheimpje heeft, wie kan zij dan vertrouwen?
Als zij diefje-met-verlos wil spelen, waar is dan de ruimte?
Als zij zich wil optrekken aan klasgenootjes, waar zijn die dan?
Als zij trots wil zijn op een krul of een stempel, waar is dan de blik van haar vriendinnetje?
Ach, ach, ach.

Voor jonge kinderen is het thuiswerken één grote brei. Op mijn keukentafel, onder handbereik: laptop (alle wachtwoorden zijn meegeleverd), leesboek, rijtjesboek, werkboek, oefenboek, schrijfschrift en rekenboek. Alles op het juiste niveau van haar lezen, rekenen en schrijven. Complimenten voor de organisatie van de school.

Wat achter blijft: muziek, toneel, dans, gymnastiek, handvaardigheid, spreekbeurten, klassengesprekken, voorlezen en in de pauze buitenspelen. Kortom, de hele rataplan waar kinderen van groeien en ‘mens’ worden.

Waar ook je wiegje heeft gestaan (Amber heeft daarover zeker geen klagen), “school-gaan”  is in al zijn facetten broodnodig voor de ontwikkeling van ieder kind.

Ik zag het deze dagen aan, ik verbeet me om mijn onmacht. Natuurlijk ken ik alle didactische principes, maar een oma óf opa/mama/papa/tante/oom/ broer/zus kan nooit de leemte opvullen die deze lockdown voor kinderen met zich meebrengt.

Het gaat echt niet alleen om eventuele taal- of rekenachterstand, zoals de media suggereren. Het gaat om gigantisch veel meer.

Minister Slob, kom anders een keer bij mij aan tafel zitten, als Amber weer zo haar best doet, maar haar schoolomgeving zo node mist. En zoek vervolgens als de wiedeweerga een oplossing.

Welzeker, zíj is een van de gelukkigen, een heel leger aan ‘betrokkenen’ staat voor  haar paraat.
Maar toch.

Oma Willie,
14-02-2021

(‘Amber’ staat symbool voor álle schoolgaande kinderen, pubers en studenten.)

This entry was posted in Corona, Kleinkinderen, Perspectief. Bookmark the permalink.

Comments are closed.