Breien

Wanner de herfst zich aandient, ga ik opzoek naar breipennen. Dat gaat vanzelf, het is geen vooropgezet plan. Het is als de trekvogels, die zonder briefing ineens het luchtruim naar warmere oorden kiezen. (Ook al vallen hier de kraaien nog uit de september-bomen, zij gaan toch.) Of zoals nijvere eekhoorns, zonder persconferentie, met z’n allen nootjes  verstoppen. Of mollen, die  dieper een holletje graven. Of kikkers, die in de modder de lente afwachten. Nogmaals, er komt geen ingelaste uitzending aan te pas.

Eenmaal, de geërfde gele houten naaldenkoker gevonden, waarop een boerinnetje is ingebrand, ga ik op speurtocht in huis naar bolletjes wol. Ik zoek speciale kleuren: beetje oranje met een tintje bruin. Als een mimicry tussen de vallende blaadjes.

Jammer, wat ik zoek, vind ik niet in mijn voorraad op zolder. Wel restanten vaal bruin van een babyjasje uit de zeventiger jaren, een streng verlopen grijs van een trui die nooit afkwam, een kluwentje verschoten lila van een kinderjurkje.Verder een ratjetoe aan halve of anderhalve bollen waar mijn leven in verweven was. Gedane zaken nemen geen keer.

Nee,  de kleur moet ruiken naar de herfst die vandaag in mijn neus kringelt.

Op naar de handwerkwinkel. Daar ligt wat ik in mijn hoofd heb. Tintje oranje, tintje bruin, samen mooi gemêleerd in een kluwen.
Als de wiedeweerga pak ik thuis “vlug de pennen” en ga aan de slag. Speculaas in de trommel en een vaas met chrysanten op tafel. Twee recht, twee averecht. Het wordt een sjaal bij mijn nieuwe winterjas.
“Kijk toch eens, hoe mooi het wordt!” Gade knikt geduldig.

Vandaag verruil ik mijn zomergaderobe voor de winterse variant. Wat blijkt?
In een doos, getiteld: ‘Wanten, sjaals en mutsen’, vind ik drie oranje/bruine sjaals die deze winter niet hadden misstaan.

Maar dan, dán had ik me niet de herfst ingebreid.

Willie, 23 september 2020

This entry was posted in Verhalen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.