Dag 78 in “sociale onthouding”

Vandaag, dag 78. Pinksteren

‘Oma, wat is Pinksteren?’ Probeer het maar eens uit te leggen aan een puber in 2020.
In mijn godsdienstboekje (1956?) was een plaatje van de vijftigste dag na Pasen: een grote eettafel, de apostelen lagen aan. Ieder had boven zijn hoofd een vlammetje. “Jezus stort vurige tongen uit”, aldus het onderschrift. Ik begreep van onze dorpspastoor dat die elf mannen (Judas mocht niet meer meedoen), van het ene op het andere moment alle talen konden spreken. Toen miste ik al vrouwen die hun woordje mochten doen, maar dat terzijde.

Terug naar de elf decipelen. Het verhaal van onze geestelijke klopte niet helemaal.
De apostelen spraken in “tongen”, ook wel “wartaal” genoemd, of “glossolalie”.

Ik denk, dat ik in mijn leven een aantal maanden deze taal sprak. De geluidjes naar pasgeboren baby’s, nietwaar? Mijn wiegenkindjes reageerden met gelach en gekir, of ze vielen geruisloos in slaap. Ouders’ tongentaal begrijpt elke baby stilzwijgend.

Tongentaal spreek je het makkelijkst in euforie, als je vervuld bent van iets, van iemand, van het ene of het ander. Het is de taal van jonge ouders, van de de apostelen. De taal van verliefden en vertrouwelingen. Ook van  pubers onderling en het is de “onzin”taal van kinderrijmpjes.
Het gaat niet om wát je zegt, slechts om dát, wat je zegt de ander begrijpt.
Daar is de boodschap van het Bijbelse Pinksterfeest, denk ik.

Alhoewel, het feest van de vurige tongen is ook een tijding voor de ongelovige mensheid. Want de zomer tikt rond eenendertig mei aan de deur en behoeft geen conversatie. Door de gloed van zon en zee klopt ons hart vanzelf sneller.
De geur van de jasmijn en de linde doen, -lest best-, woordeloos de rest.

Misschien is daarom dat Pasen en Pinksteren niet op een dag vallen.

Morgen dag 79. Joviaal

Wiilie, 31 mei 2020

This entry was posted in Corona, Perspectief. Bookmark the permalink.

Comments are closed.