Dag 26 in “sociale onthouding”

Vandaag, dag 26. Pastis

Voor deze week had ik treinkaartjes naar Frankrijk. Voor tien dagen naar mijn zoon en zijn gezin. Hun oudste dochter is vandaag jarig, zes alweer, nog nooít heb ik haar verjaardag overgeslagen. Ik was bij de geboorte, toen ze de eerste stapjes zette, toen ze zelf wilde eten, toen ze begon te tekenen, toen ze de glijbaan te hoog inschatte, toen ze wiebelig naar school fietste. Dit jaar wilde ik vertederd haar judo vorderingen gadeslaan.

De kaartjes liggen verscheurd in de prullenbak, oma zit thuis. NS Internationaal heeft genereus het geld op mijn rekening teruggestort. Keurige geste, maar blij ben ik niet.

De vrolijke zesjarige blonde krullenbol in de bergen van de Ecrins moet het doen met een postpakketje. Mijn jurk voor haar verjaardag (al zes jaar dezelfde) hangt op een knaapje in mijn kast te wachten op betere tijden. Misschien ik trek ik hem wel aan, straks. Misschien ook niet.

Kaartjes in de prullenbak! Wentelen in weemoed. Beetje tranen, beetje slikken.

Opeens zijn de verscheurde tickets verdwenen. Prullenbak leeg.
Op de keukentafel vind ik de snippers terug, en wat staat er boven op?

Een grote fles Pastis.
Een geste van mijn gade om toch een beetje in Frankrijk te geraken.

Morgen, dag 27. Uitstellen

Willie, 9 april 2020

This entry was posted in Corona, Kleinkinderen, Perspectief. Bookmark the permalink.

Comments are closed.