Vandaag, dag 19. Koekoek
‘Hoe-koek. Hoe-koek.’ Als ik hem, in de lente met zijn bruiloftszang wil horen moet ik vroeg uit de veren. Twee uur voor de zon op komt maakt hij zich klaar om zijn territorium af te baken en indruk te maken op de vrouwtjes. Slimme zet, hij weet dat in de ijle ochtendlucht zijn zang ver draagt. Misschien tot de oortjes van zijn langverwachte bruid.
‘Hoe-koek, hoe-koek, kom maar meisje, dan gaan we samen een nestje zoeken van een andere vogel, waar wij ons ei in leggen.’ De charlatan.
Maar ondanks dat, ik wil hem horen. Morgen gaat de wekker om 4.45 uur. Aankleden, sterke bak, en om 5.00 uur draai ik de deur van het nachtslot.
‘Hoe-koek, hoe-koek.’ Zal ik hem spotten? Want meneertje koekoek zit niet alléén op dit matineuze uur zijn best te doen. Andere heren, zoals de nachtegaal, de merel, de boomleeuwerik zijn ook, zeg maar, in gespannen toestand.
Er is veel kennis over vogels en hun gezang, waar ik geen notie van had. Dat er namelijk ook een heuse ‘Zangklok’ bestaat, waarin van alle vogelsoorten aangegeven is, op welk tijdstip zij voor zonsopgang hun bruidszang ten gehore brengen. Soms op de minuut af.
Een kleine greep uit de ‘Zangklok’
– 80 minuten voor zonsopkomst: De vrolijke veldleeuwerik
– 70miniuten voor zonsopkomst: De merel zingt het hoogste lied.
– 55 minuten voor zonsopkomst: Ontwaakt het winterkoninkje.
– 45 minuten voor zonaopkomst: Klein maar dapper, de pimpelmees.
– 30 minuten voor zonsopkomst: “Tjiftaf, tjiftaf, tjiftaf!”
– 15 minuten voor zonsopkomst: De allemans vrienden, de spreeuwen en de spechten.
Voor de zonnestralen loop ik morgen buiten, er wacht vast een koekoek op mij.
Anders wel: de veldleeuwerik, de merel, het winterkoninkje, de pimpelmees, de tjiftaf, de spreeuw of de specht.
Kon ik nu van alle vogeltjes maar hun gezang herkennen.
Willie, 2 april 2020
Morgen, dag 20. Mattheus