Ik wil in het Guinness Book of Records

Níet om mijn tienduizenden kilometers fietsplezier.
Níet om stapels verstuurde kaarten.
Níet om het gebruik van Buisman, anno 2019.
Níet om mijn brave geloof in het feest van Sinterklaas.
Níet om de lidcactus, die ik elke winter in bloei krijg.
Níet om de ongeveer 15.000 Volkskranten die in mijn leven op de deurmat zijn gevallen.
Níet om de handschoenen/shawls/regenjassen die ik in groten getale ben kwijtgeraakt.
Níet om het feit dat Lieve Man en ik nog écht kamperen.
Níet om het feit dat ik washandjes strijk.
Níet om mijn verzameling schoenen/knutselspullen/mooie papiertjes.
Níet om mijn ‘zorgen’ om onze grote familie.
Níet om alle gereisde kilometers in de trein.
Níet om het uitoefenen van mijn beroep, al 51 jaar.
Níet om mijn passie voor tuin en bloem.
Niet om het stiekem genieten van een bitterbal.

Waarom dan wel?
Om de drieënvijftig overnachtingen in ons huis, de afgelopen herfstvakantie. (Van heinde en verre kwamen kinderen en kleinkinderen met tassen en knuffels.)
Om de vijfenveertig geserveerde ontbijten. (De jongste telg drinkt nog een fles.)
Om de stapels broden, pakken yoghurt, liters melk, pondjes worst.
Om de tig koppen koffie.
Om de volle pannen soep, de stampotten en de wokken met Nasi goreng.
Om de knipogen en gesprekken aan onze keukentafel.
Om de volle wasmachines met handdoeken en kussenslopen.
Om de voorleesverhaaltjes en de voorraad Smurfen/serviesjes/stiften/plakseltjes.
Om de fantasie, verstopt in de oude speelgoedkoffer.
Om de dikke tranen bij het ‘Franse afscheid’.

Zou ik in aanmerking komen?

Willie, mama en oma
5 november 2019

This entry was posted in Familie, In en om de Keizerstraat, Kinderen, Kleinkinderen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.