Dode fiets

Het regent pijpenstelen. Al drie dagen lang. Drie dagen dat ik toch op stap moet/wil/ga. Met de fiets. Weliswaar een electriek, maar toch, een fiets.
Niet met de trein dan? Als je in Gouda woont en je wilt naar Leiden, via Alphen aan den Rijn, dan weet je wel beter. Het boemeltje rijdt eigenlijk nooit als het regent/waait/ijzelt. Ook niet als het een beetje warm is, zeker niet als de blaadjes vallen of als er een paar sneeuwvlokken dwarrelen.
Dus, de trein is geen optie, ik gebruik de fiets. In regen, in stortbuien, in windvlagen, gepaard met striemende wind uit alle hoeken.
Ik ben er goed op gekleed. Mijn regenpak houdt mij uren droog, niets aan de hand als ik na anderhalf uur mijn fiets in ons schuurtje zet. Tot zover.
De volgende ochtend haal ik opgewekt mijn Batavus weer van stal. Het belooft een mooie rit te worden. Ruim een uur door polders en langs weilanden in de vroege ochtend mist. Ik heb er zin in. Accu erop, fiets van slot, ‘computertje’ aan, en karren maar. Eerst flitsend door de stad, dan richting Leiden.
Soms doet het mechaniek het niet meteen, dan is het een kwestie van even aan en uit zetten. Maar vandaag is het anders. Ik krijg een foutmelding. Het nummer 100 zegt me niets, ik heb van de gebruiksaanwijzing geen studie gemaakt. Nog maar een keer aan-uit. Halsstarrig blijft de 100 te voorschijn komen. Optimist als ik ben fiets ik verder. Zal wel goed komen. Halverwege Boskoop zeggen mijn benen dat het niet goed is gekomen en ik weet dat ik nog 15 kilometer echt moet trappen om mijn doel van vandaag te bereiken. Lukt wel, leuk is anders. Dat wordt een bezoek aan de fietsenmaker.
‘Goedemorgen, mijn fiets is dood.’
‘We zullen eens kijken.’ In de middag een telefoontje van de beste man:
‘Mevrouw, waar bent u nu? Kunt u even gaan zitten?’
‘Ehh, ja?’
‘Het is de accu. Heeft u een hogedruk spuit, een fietsendrager?’
‘Ehh, nee. Maar ik fiets wel door weer en wind.’
‘Hij is verdronken. We moeten een nieuwe bestellen. Kost €700, vandaar dat ik u vroeg om even te gaan zitten.’
‘Zó.’
‘Ik ga proberen een coulance regeling voor u te krijgen, want het is nét na de garantie, toch?’
‘Ja.’ Meer kan ik niet uitbrengen.
De hoosbuien van de laatste dagen zijn de boosdoeners, de fietsenmaker kan er ook niets aan doen. Ik krijg een nieuwe accu, mét korting en op de rekening wordt het arbeidsloon weggegumd. Klassezaak, Louwerenburg in Gouda.
Als ik mijn rijwiel ophaal heb ik nog even een praatje nodig. Zeg maar een soort geestelijke ondersteuning.
‘Stiekem vind ik het een beetje raar, mijnheer, ík blijf droog en mijn fiets geeft zijn pijp aan Maarten.’
‘Domme pech, mevrouw. Het is altijd mechaniek.’
‘Eigenlijk zou de accu ook een regenjasje aan moeten.’ De reparateur verblikt of verbloost niet.
‘Kunt u zo meenemen hoor, voor €40 heeft u een waterdichte beschermhoes. Eentje erbij doen?’
Ik stem toe, want Gerrit Hiemstra zegt dat er nog meer buien komen.

Willie, 9 september 2017

This entry was posted in Reizen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.