Pffff…

Hij speelt bij het aanrecht, heeft water, drie trechters. De zeeleeuw doet mee.
Ineens: “Oma, waarom is water glad?”
We doen er een scheut zeep bij, er komen rietjes aan te pas. We blazen in het sop. Zo ontstaan er dikke zeepbellen.
Ik zie een lichte frons en daarna: “Waarom kun je door zeepbellen kijken?”
De zon schijnt, na het waterballet gaan we de tuin in. We vangen slakken.
Minutieus worden ze bestudeerd, we plukken bloemblaadjes en zien hoe de slakken vooruit sukkelen.
“Oma, eten slakken ook middageten? Hoe doen ze dat dan?”
Om de dag af te sluiten lopen we naar de oude haven met zijn sluis. Een favoriete plek van mij, zeker ook van mijn kleinzoon.
“Kijk, daar is vloed, hier is het water laag.”
“Waarom dan?”
De sluisdeuren gaan open, hij vergeet bijna adem te halen. Het water kolkt de sluis in.
“Is dat water van de oceaan of van de zee?”
Aan de oever van de Hollandse IJssel staat de oude kaarsenfabriek. Mijn logé wijst ernaar en vraagt zich af: “Fabrieken maken dingen, wie maakt eigenlijk de fabrieken?”
Op de terugweg gaan we via de Legowinkel. “Nee, we gaan alleen spelen, niets kopen”.
Een kleine teleurstelling: “Oma, waarom is niet alles gratis?”
Tegen zeven valt hij om van de slaapt, het is bedtijd. De hersentjes hebben rust nodig. Dat dacht ik, maar tijdens het poetsen van de kleine witte melktandjes gaat hij onverdroten door:
“Oma, als het avond is, waar blijft dan de dag?”
“Waarom kijken heksen boos?”
“Hoe weet een vogel de weg?”
“Ben jij bang voor een vulkaan?”
“Waarom is een spinner leuk?”
“Als ik iets heel vaak doe, lukt het altijd. Bij jou ook?”
“Is van Zwolle naar Parijs eigenlijk ver?”
“Waar ben ik eigenlijk als ik slaap?”

Pfff. Deze oma heeft én had niet op elke vraag een antwoord. Maar misschien hoeft dat ook niet.

Oma Willie, 6 juli 2017

This entry was posted in Kleinkinderen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.