Woordenbloed

Mijn zussen, mijn broer, mijn nichten en neven, én weer hun kinderen en mijn kinderen: er stroomt woordenbloed door onze aderen. We kunnen het schrijven niet laten. We willen het leven in woorden vatten. We luisteren, we herinneren, we observeren. Soms zijn we docent, soms zitten we in de banken. Er verschijnen korte columns, echte boeken en levensverhalen.
Neem bijvoorbeeld de oudste dochter van mijn oudste zus, zij gaat naar een schrijfweek in Spanje. Daar komt haar levensverhaal op papier. Via FB geniet ik, met haar, van de voorbereidingen.
De dame achter deze schrijfweken, Brenda van Es, www.100jaarnavandaag.com, lukt het om bijna elke dag een machtig mooi woord de wereld in te sturen, waarmee aanstormend schrijftalent een fraaie zin kan maken.
Vergeten woorden, versleten woorden, oubollige woorden, sleetse woorden, kramakkelige woorden, belegen woorden, gammele woorden, oudbakken woorden, clichématige woorden of vodderige woorden. Ze komen allemaal langs.
Ik hou van vergeetwoorden, áls ze een zin waardevoller maken. Mijn talige moeder sprak over barathea, antimakassar, pouseurtje, bombazijn of rimmetje. Kolossale woorden om te gebruiken, mits geplaatst in een goed verband.
Terug naar de machtig mooie woorden van Brenda. Woorden met een glimlach, voor een herinnering of voor kippenvel. Woorden die een eigen leven zijn gaan leiden of stante pede jeuk veroorzaken wanneer zij in een verkeerde context worden gebruikt.
‘Toedeledoki’, aangehaald door onze minister president. Gruwel.
‘Sapperdeflap’, uit de mond van, ja wie? Kan toch alleen maar over Pipo’s rode lippen komen? Ik denk dat het komt omdat woorden meer zijn dan een groepje letters. Ze ‘vertellen’ iets over de gebruiker.

In november 2013 schreef ik over een oma, een hooligan, een barones en een nichtje. Alle vier kijkend naar een baby in een wiegje.
De oma
Het hoofdje ligt van mij afgewend. Tussen de blauwe gordijntjes door piept een zonnestraal naar binnen, die zijn donshaartjes in het licht zetten.
Kleine geluidjes, ik moet goed luisteren, geven aan dat hij wakker is. Zachtjes murmelt hij wat. Ik probeer zijn knuistje onder het witte lakentje te zoeken. Als ik zijn handje vind, niet groter dan een kers-tomaatje, voel ik me gelukkig.
De hooligan
Hij draait zijn kale koppie van mij af. Wat een smoeltje.
Die blauwe popperige gordijnen laten teveel zon door. De sprieten op zijn hoofd lijken wel licht af te geven. Waarom heeft hij niet mijn haar?
Verdomme, dat gepiep daar in de wieg is irritant, ik wil dat ie gaat pitten. Ik zal hem eens in zijn handjes knijpen, dan weet ie dat ik de baas ben, en niet van gezeur hou. Ik zit nu al een kwartier naast hem, de wedstrijd is allang begonnen. Mijn jongen? Hij wordt de beste keeper van Feijenoord.
De barones
Zijn roze gelaatje, met alle kenmerken van mijn man zaliger, rust welgemoed op een bombazijnen sloopje. De batisten gordijntjes laten zonnegloren neerdalen op zijn kruintje.
Petieterige haartjes vormen een aureool. Zachtjes kirt hij onder zijn gedrapeerde lakentje, met kloskant omzoomd, om van zijn aanwezigheid kond te doen. Jeetjemekreetje, wat boezemt dit kleine mensenkind mij vreugde in. Ik permiteer me even aan zijn mollige knuistje te nibbelen. Allengs slaken hij en ik kreetjes van verrukking. Nadien suikeren de jonggeborene en ik nog een wijle door.
Blikskaters, ik kan naast dit mandje wel uren vertoeven.
De Nichtje
Met je coole hoofdje lig je lekker te chillen in je bedje, maar dat lijkt me wel fucking remi. Anyway, de zon is tralalala, dus goedoe, doe maar tupup mulut.
Je kleine anou maakt eigenlijk al veel teveel tering herrie. Knap irri.
Maar, goedoe, je hebt wel lauw wierrie op je kabizz, de zon maakt dat mooi liti. Wicked! Je bent holla misschien wel de hippe neefje: sang, scherp en wordt geen sjakie, dushi!
Ik zoek je fucking wicked handje om even een sunchi te geven.
Dag strakke rodi, je bent tof.

Kijk, dát bedoel ik, woorden zijn dragers van de mens.

Willie, 27 april 2016

This entry was posted in Familie, Taal. Bookmark the permalink.

Comments are closed.