Kondo

Zeker wel, ik heb gekondood (ik kondo, jij kondoot, ik heb gekondood), dus is er op mijn zolder één doos minder met kerstspullen.
Het is niet op z’n Kondoiaans gegaan: ik heb niet elke oude kerstbal bedankt, evenmin ben ik het verbleekte engeltje om de hals gevallen, laat staan dat ik de kapotte koning geknuffeld heb.
Zo mag het eigenlijk niet van Marie Kondo *), want ‘alle spullen hebben een ziel, dus moet je ze bedanken voor hun aanwezigheid’. Wat in de praktijk betekent dat ik bij afscheid van elke oude jurk, elke versleten haarborstel of elk sleets overhemd een bedankwoordje moet uitspreken. Nou ja. Overigens vindt mevrouw Kondo óók de onderste truien van een stapel zielig.
Daarom zou dit gesprek zo maar kunnen, ergens aan een gracht:
‘Lief, ik ben even weg, ben even bezig, ik ga onderste trui boven halen.’
‘Ehh?’
‘Ja, want die wordt zo verschrikkelijk plat gedrukt.’
‘Is het niet ‘de onderste steen’ ?’
‘Jij snapt er helemaal niets van.’

Het gaat mij allemaal te ver, maar mevrouw Kondo spint er garen bij, haar boeken zijn niet aan te slepen.
Wat koopt zij eigenlijk van haar revenuen? Geen opbergbakken (opbergen is synoniem aan bewaren), geen boeken, geen cadeautjes. Van Marie mag het niet.
Misschien koopt zij, net als haar volgers, bezems en vegers van luxe merken. Naar verluid ook al niet aan te slepen. Het is namelijk ‘in’ om hippe stoffers en borstels, bijvoorbeeld van Iris Hantverk, aan de muur te hangen. Emmers, dweilen, sponzen en zemen, níet meer in het aanrechtkastje, maar op de plek waar eerst de boekenkast stond.
Mijn moeder zou er van griezelen.

*) Opgeruimd! door Marie Kondo

Willie, 16 januari 2016

This entry was posted in In en om de Keizerstraat, Perspectief. Bookmark the permalink.

Comments are closed.