Daar ga ik weer
op de smalle polderweg
een sloot links
een sloot rechts.
Kroos gedijt
waterlelies ontwaken
gele lissen markeren de oever
een zwanenpaar heeft een nest.
Zes jongen om te beschermen
met veel bombarie
komt vader sissend en blazend
de sloot uit, de weg op.
Geen kraai of kauw te bekennen
wél mijn rok
een opwaaiende zomerrok
vol vrolijke zomerse dessins.
Hij vindt dat spannend
hij maakt zich groot
hij verdedigt zijn gezin
agressief en dreigend.
Ik vind het spannend
ik maak me klein
ik fiets rap naar links
angstig en bevreesd.
10 juni 2015