Bolletjestrui

Ze scheuren voorbij, de motoren.
Ze sjezen door, de auto’s met de prominenten.
Ze jakkeren zenuwachtig, de trucks met voorraden.
Ze vliegen langs, de officials.
Ze versnellen, de gendarmes.
Ze wijzen terecht, de Mega-Mindy’s van de hulpdiensten.
Ze trappen door, de onverschrokken amateurs.
Ze zetten de pas erin, de goedgemutste families met liters water.
Ze rollebollen omhoog, de vrolijke supporters.
Ze roepen om het hardst, de fans voor hun idolen.

Ze swingen sierlijk, de meiden van de karavaan.
Ze werpen petten en fromage, de sponsors van de Tour.

Zij komen. Om wie het gaat.
Hij komt. Eenzaam. Omgeven door acht motoren, zwaar bemand.
De zon schijnt erbarmelijk.
Zijn stuur zwiept door zijn kracht.
Misschien gaat ie vandaag gekust worden door de ronde-miss.
Hij wenst het, maar weet het nog niet.
Zijn achtervolgers laten het er niet bij zitten.
Zij verschijnen in de bocht, druppeltjes zweet verdampen voor ze het gesmolten teer kunnen bereiken.

Wij zitten onder een boom.
Onze mand, gevuld met stokbrood en salade hebben we omhoog gesjouwd.
Kleine Lisa van drie maanden is in haar fietskar door de mama geduwd.
Wij zoeken een strategische plek: een klim, een bocht.
Wij maken een stekkie, waar Mart Smeets jaloers op kan zijn.

Ik kijk mijn ogen uit.
Op de Pelvoux, op een dal in de verte, op de besneeuwde toppen.
Op de strijd én de kermis die Tour de France heet.
Maar het meest op ma petite fille in haar bolletjesromper.

This entry was posted in Kleinkinderen, Reizen. Bookmark the permalink.

One Response to Bolletjestrui

  1. Tiny Samsom says:

    Een bolletjesromper voor de beste van het bergklassement. Hoe kan het ook anders, als je in de bergen woont en je pappa zijn beroep heeft gevonden in die bergen?