Elektrieke Willie

Misschien ga ik nooit meer nooit zeggen. Wat is er aan de hand? Ik heb toch een elektrieke fiets gekocht. Een mooie, matzwarte met allerlei snufjes en foefjes. Ik kan er mee doen waar een fiets voor bedoeld is, namelijk fietsen, nogal wiedes.
Maar bijzonder aan zo’n exemplaar is, dat ik in zeven standen door stad en ommelanden kan racen zonder moe te worden. Bij de zevende stand, de Turbo, lijkt het alsof een grote stevige hand me zetjes geeft. Ik kijk heimelijk achterom, waar is de man is die mij onvermoeibaar blijft duwen? Nergens dus. Mijn motortje en ik hebben altijd wind in de rug. Verder heeft mijn nieuwe aankoop nóg een ingebouwde sterke arm: de walk-assistant. Hij wandelt moeiteloos met mijn fiets heuveltjes op, ik volg slechts. Niet romantisch, wel handig.
Even terug in de tijd. Tot vervelens toe heb ik meewarig gedaan over fietsen met hulpmotor. Het was voor oudjes. Zij hadden ook twee losse zijtassen in een veilige kleur, taupe of grijs. Tassen met ‘van die makkelijke’ haken en een handvat. Klok, klik, handig aan de bagagedrager. De inhoud wist ik ook: een thermoskan, gevuld met koffie en een gerecycled zakje met vier boterhammen. Twee jam, twee kaas. Een theedoek tegen de vermaledijde kruimels en een kussentje voor op een bankje. In het ergste geval ook een fris vaatdoekje om het bankje schoon te poetsen. Het leek me helemaal niks. Het behoorde bij de grote golf van piepende pensionado’s.
Nee, dan liever de strijd tegen de elementen. Ik geef niet op. Door weer en wind, soms kracht patsend tegen de storm. Leeftijd en kilometers doen er niet toe. Ik ben van het platteland, daarbij tanig en nog geen tachtig.
Tot op een dag. Die leuke baan lonkt. De dochters met hun kindjes lonken ook. Allemaal in een stad, ruim dertig kilometer, verderop.
De trein is niet zo’n optie, er rijdt een zogenaamde lightrail tussen vertrek en aankomst. Lightrail, tja, what’s in a name? Hij doet vaak niet wat ik wens, het lichtgewicht.
Hij heeft last van blaadjes op de rails, een verslapen machinist, een onnozel schaap op de route, een kapotte kabel, een gemist sein of een onverlaat.
‘Dusalnietemin’, zo sprak eens een talige conducteur, ‘doen wij aan vertraging en naar verhoopt komen wij tien minuten later aan.’
Daarom deed de elektrieke fiets zijn intrede in mijn leven, met felrode fietstassen en een heuse boordcomputer. Als ik onderweg heb genoten van de roerdompen in de vroege ochtendzon, als de geur van vers gras mijn neusgaten heeft bereikt en ik vervolgens het eerste fluitenkruid ‘goedemorgen’ wens, kan ik altijd nog even kijken hoe hard ik ga en hoeveel kilometers ik nog moet.
Liever: hoeveel ik nog mag.

This entry was posted in Reizen. Bookmark the permalink.

4 Responses to Elektrieke Willie

  1. Josien says:

    Of hoeveel kilometer je nog kán….op tijd opladen, die fiets 😉
    En weet je, natuurlijk behoor je zelf nu ook tot de frisse, fruitige maar niet eeuwig piepjonge lieve mensen. Geniet van die status, mét thermoskan!

  2. riet says:

    Hedenmiddag hebben we jouw nieuwe aanwinst mogen aanschouwen!
    Even later zagen we je met hoge elektrische snelheid de Nieuwveense polder induiken. Veel succes met je elektiek!

  3. Anneke Noordermeer says:

    Als ik jou voorbij zie vliegen dan ga ik heel hard roepen WILLYYYYYYYYYYY!!!!

    Dikke knuffel van de mama van jou vroegere leerlingen Wendy en Jenny

  4. willielek says:

    Kom gewoon een keer naar Woubrugge “gevlogen” voor een kopje koffie.