Draadje

Zo. De bobeches zijn gesopt en mijn wintersportjack is gewassen en afgepareld, het laatste op aanraden van de bergzoon uit Frankrijk. Dat is nog niet alles. Rode kerststerren staan uit het zicht, want verse tulpen vrolijken op na de donkere dagen.
De binnengekomen post met goede hoop voor het nieuwe jaar is in een bundeltje, elastiekje erom, naar zolder verbannen. Over elf maanden, begin december, knippen kleinkinderen de kerken en de ijsbeertjes los van de kaarten, maken ze drieluikjes met die knipsels. Graag met veel watten en glitter. Alhoewel, schraalhans wordt keukenmeester voor de jonge knutselaars, de kaarten-kerstrecessie heeft merkbaar toegeslagen. Waar jarenlang ons rode lint boordevol hing met gelukkige, gezegende, gezonde, gloedvolle en gezellige wensen, tel ik nu een schamel aantal. De mooie kerstzegels van Tante Pos ten spijt.
Misschien omdat we massaal het uitgespaarde geld stuurden naar de lijdende medemens? Of omdat druk-druk-druk een eminente plaats veroverd heeft in ons alledaags bestaan? Of was het gewoon ‘een jaartje overslaan’? Zonder echte reden?
Het laatste is mij overkomen en ik voel me schuldig, daar zo’n winters kaartje soms net dat draadje is, waar aan een bijkans versleten vriendschap zich knoopte.
Vervolgens voel ik me ik schatplichtig aan de trouwe schrijvers, ik heb hen niets vreugdevols toegewenst. Jeetje. Word ik nu doorgestreept op de adressenlijsten, die in menig gezin de eerste dagen van december op tafel komen? Ik wacht af, of deze kerstboekhouding nadelig gaat uitvallen. Dan moet ik deemoedig op weg naar Zeeman voor vijfentwintig kaarten in een doos, zodat er wel gefröbeld kan worden.
Op de keper beschouwd is het een bijzondere gewoonte, jaarlijks in de pen kruipen om collega’s en bekenden, maar meer nog om BBF’s heil en zegen toe te wensen. Ja, verre neven of tantes, die bijna versleten vriendschap, daar is wat voor te zeggen. Maar de Butt Body Forever’s, die ik om de haverklap zie, mail, hoor en spreek, met wie ik elke week face time heb, moeten zij ook een envelopje door de bus?
Ik lees net in de Quest, dat de hersenen van een mens maar drie BBF’s tegelijk kan herbergen. Sluit ik een nieuwe ‘grote beste vriendschap’, dan neemt, als vanzelf, één van de drie bestaande kompanen de kuier latten. Die gaat, misschien een illusie armer, voortaan schuil in de oneindige schare van kennissen, aldus de psychologen. Automatisch en onbewust. Ik word er stil van.
Eind dit jaar schrijf ik weer kaarten. Nicht en oom, broer en buur, kennis en kloris, kortom alle mensen met een draadje naar mijn gedachten. Zelfs naar mijn drie BBF’s, die hartelijk lachten om mijn gesopte bobeches. Ze kennen me.
Maar vooral naar mijn kennissen, die ooit een BBF waren.
That’s live.

This entry was posted in Perspectief. Bookmark the permalink.

One Response to Draadje

  1. Josien says:

    Deze nicht kan best weer een jaartje wachten hoor…..