Bijna

De dagelijkse gang van zaken dient zich weer aan. Of we willen of niet. We hebben een vrolijk bruin kleurtje op de wangen, schouders en armen. En weten nog van die heerlijke warmte en van de geur van de lavendelvelden.
We glimlachen nu om de hoge golven van de oceaan waarin we speelden en de eeuwige kerken die we bezochten. Misschien brandt ons kaarsje nog.
Kortom, onze drie weken ‘Frankrijk’ zijn niet zomaar vergeten, terwijl ik een halfje volkoren en een pondje oude Goudse kaas ga inslaan. Plus een pak halfvolle melk en een pondje kiwi’s. Natuurlijk trek ik geen lange broek aan, want dan ziet niemand mijn bruine benen. Een beetje stoer en bibberend in de Hollandse kou loop naar de stad.
Het assortiment van de AH is, zoals verwacht, niet veranderd en blind vind ik mijn weg. Ook terug naar huis. Neuriënd loop ik onze straat in. Alles bij het oude, vertrouwde omgeving en spelende kinderen met ballen en fietsjes.
Ineens zie ik een kleine verkeersopstopping, voor bij ons huis. Twee bestelbusjes met ladders en onduidelijke personen staan voor de deur bij de buren.
‘Uhh, zij zijn niet thuis.’ Dat weet ik, omdat ik vanaf vandaag hun bloemetjes water geef.
‘Lady, you need a painter, yah?’
Ik aarzel een moment, de painter ziet zijn kans schoon en hapt toe. Dat hij in een paar dagen onze woning van boven tot onder en van achter naar voor keurig in de primer, grondlak, eerste laag en tweede laag en deklaag zal zetten. Want, de stijgers staan al in de straat om de hoek, hij kan meteen beginnen en dat scheelt ons onkosten.
Ik knik beduusd, tegen zo’n overtuigende spraakwaterval in het Engels ben ik niet opgewassen. Ik zeg hem dat ik mijn husband ga roepen.
Want, eerlijk is eerlijk, ons huis is hard aan een verfje toe. En husband bouwt liever vliegtuigen en wife voorkeurt naar taal, dientengevolge is een painter welkom. Zeker nog in de loom van vakantie.
Laat ik een lang verhaal kort maken. We waren er bijna in getrapt, in de ‘Schotse Schilders’. In hun mooie beloften met hun inferieure verf en in hun vermaledijde praktijken. De overtuigingskracht van de Schotse spreekstalmeester was overweldigend, ik zag in gedachten ons huis al blinkend in de najaarszon. Ik verzon kleurrijke plantjes in het tuintje, de voordeur schitterde opnieuw in een grachtenblauw jasje.
Totdat. ‘Oud en wijs’ we toch maar even de painters googlen. De bedrijfsnaam is niet te vinden, evenmin vinden wij referenties. We bellen naar John, de man met de vlotte verfbabbel. We willen meer informatie. Hier had hij niet helemaal op gerekend. Zo spraakzaam als hij vanmiddag was bij het binnenhalen van een eventuele opdracht, zo onmededeelzaam is hij nu.
Wij moeten niet zeuren, hem vertrouwen en vooral weten dat hij goed werk levert. Voor een koopje, en als we nu snel onze handtekening zetten op het velletje dat hij vanmiddag al heeft achtergelaten, dan ‘you will be happy, yah.’
‘Ok. We gaan misschien met u in zee, maar eerst willen we huiseigenaren spreken bij wie u al geschilderd heeft.’
Hoorn erop. Verbinding verbroken.
Wij waren er bijna ingetrapt.
‘s Avonds proosten we opgelucht op de goede afloop. Met onze buren en met die ene fles wijn, gekocht in dat ene leuke winkeltje uit dat Franse dorpje waar we onder de platanen nadachten over het schilderwerk van ons huis.
‘Proost. Bijna!’

This entry was posted in In en om de Keizerstraat. Bookmark the permalink.

2 Responses to Bijna

  1. hoi, slimmerds.
    Ik heb nog een hele schilderkist vol goede verf! Kan ik binnenkort een gedegen en vertrouwde afspraak met jullie maken..?