Wie van de drie

Rocky, eigenlijk heet hij Rein, is de derde telg in het gezin van mijn dochter waar ik elke week een taak heb. Daar zijn drie prachtige nazaten, dit kleine mannetje is de benjamin. Hij leeft met zijn twee oudere zussen in een huis met veel poppen en keukentjespeelgerei. Er zijn kinderwagens, poppenstoelen, blokkendozen en treinen.
Rein ziet het allemaal aan, de zussen spelen: hoe pop Lisa een flesje krijgt, of hoe zogenaamde pannenkoeken gebakken worden. Met zijn heldere blik loert hij over de rand van de box, hij wil in deze beschutting nog wel een uurtje of wat zoet zijn. Hij neemt en heeft dan de tijd om het spel van groteren te bespieden. Dat slaat hij allemaal op in zijn blonde krullenkop. Als hij moe is, genoeg gezien heeft laat hij zich zakken. Een stapel kubussen wacht op hem en krijgt zijn aandacht. Dat is passen en meten. Zijn geduld is groot, hij past en probeert weer opnieuw. Soms lukt het, soms niet. Niets hoeft nog, hij is nog maar een Reinemans. Ook naar deze naam luistert hij, een koosnaam, vooral gebruikt door zijn mama. Rocky is meer de papa-naam.
Goed. Rein, Reinemans of Rocky speelt in de middag “vrij”. Dan krullen zijn lippen vriendelijk omhoog, bereiken bijna zijn oren en tintelen zijn azuurblauwe kijkers. Hij lacht zijn tandjes bloot. Goedgeluimd gaat hij op pad en neemt vaart. Zijn beentjes zijn al gespierd en geoefend, maar zijn billetjes zoeken nog wat evenwicht. Om niet te vallen gebruikt hij zijn armen om zich gaande te houden. Stap, stap. Op naar de grote kast met speelgoed op de onderste plank. Daar liggen zijn auto’s en ballen, de loop-eenden, de multifunctionele boten, huizen of treinen. En boeken.
Rocky weet het nog niet. Hij weet nog niet wat hij precies wil. Eerst maar eens alles eruit kieperen. Hij heeft het ontzettend naar zijn zin. Als deze klus geklaard is, stapt hij zonder dralen over de berg heen en ontwaart de stofzuiger. Natuurlijk spannender dan zijn eigen materiaal. Ik weet dat alle stopcontacten in dit huis beveiligd zijn, maar toch. Rocky pakt het snoer en tijgert naar de plint.
‘Rocky, nee nee’. Hij heeft genoeg aan deze woorden en stopt zijn actie. Sabbelt daarna even op zijn duim om nieuwe initiatieven te bedenken. Ineens weet hij het, hij staat op en schuifelt spoorslags naar het keukenkastje, waar een stoffer en blik staat. Hij kent de attributen en wil aan de slag. Maar nu heeft hij een probleem. Blik in de ene hand, stoffer in de andere hand? Da’s nog niet zo’n geringe klus als je nog wat wankel in het leven staat. Zijn oplossing is even eenvoudig als doeltreffend.
Hij maakt een ommetje naar een poppenwagen, duwt richting keuken en legt stoffer en blik op een vrolijk lakentje. Vol goede moed vertrekt hij naar de eettafel. Daar is werk aan de winkel. Er valt nog wel eens wat. Rocky veegt en verzamelt, korstjes en hagelslagjes, hij is in opperbeste stemming. Dan, ook weer onverwacht in mijn oma-ogen, staakt hij pardoes zijn werk en kruipt naar mij toe.
Wanneer hij langs de berg speelgoed komt pakt hij zijn lievelingsboek. Harde kaft, stoere tractors. Klimt op de bank, krult tegen me aan en murmelt woorden die ik nog niet versta maar wel begrijp: ‘Tractor, vliegtuig, auto, bus’.
Rein, Rocky, Reinemans, ik heb je vandaag in al je hoedanigheden aanschouwd.
Je bent me alle drie zo lief.

This entry was posted in Kleinkinderen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.