The blues

Oma is oud. Zij woont in Ghana. Haar huidje is een rimpelig landschap. Haar leven heeft langs een pad van grillige gebeurtenissen gelopen. Haar man omgekomen tijdens een visvangst, haar oudste zoon overleden aan koorts, haar dochter verdween met een “jas”, haar lieveling en jongste ging dezelfde weg als zijn vader. Natuurlijk, een zeemansgraf is een eerlijk graf, maar ook hier werd de “visch duur betaald”.
Oma, Granny, heeft het niet koud. Daarvoor is haar land te dicht bij de evenaar. Dat is ook haar zorg niet. Zij heeft geen hoge rekening van de Nuon of ander energiebedrijf.
Granny heeft andere zorgen. Soms als het regent is haar dak van golfplaten niet bestand tegen die dikke druppels. Dan wordt haar deken nat en dooft haar vuur. De regentijd is geen pretje.
Als zij ziek is, gelukkig is zij een tanige vrouw, maar als zij ziek is zoekt zij kruiden langs de zandpaden en heil bij gebed. Geld voor medicijnen komt in haar woordenboek niet voor. Zij leeft van giften.
Zij is gelukkig, deze granny. Zij is blij met de zon die elk dag opkomt en luistert naar muziek die haar de woorden geeft die ze zo moeilijk kan vertellen.
Het ritme van the blues. Zij vertellen over heimwee, weemoed, angst, onderdrukking, liefde en avontuurtjes.
Avontuurtjes? Dat is lang geleden. Jong en elegant was zij toen. Ze bezat geen garderobe, welnee. Op een plank boven haar matras lagen drie doeken om te draperen en een shawl. Maar mooi dat ze was. Mannen keken haar verrukt na.
De mooiste en krachtigste visser van het dorp stal haar hart. Wat waren zij gelukkig. Ze hadden net genoeg geld om te leven en de liefde maakte hen groots.
Blues. Verlangen naar wat was.
Bloes. Ze heeft er geen, de oude tot op de draad versleten heeft zij vermaakt tot kleine gordijntjes voor haar raampje.
Een nieuwe bloes? Het wordt weer Kerstmis.

Willie,
19 december 2012

This entry was posted in Perspectief, Verhalen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.