In de herfst regent het altijd in Schotland. Zeggen ze. Ik ben dus gewaarschuwd voor we naar Edinburgh vertrekken. Dan is het er koud, windy en misty. Het kwik stijgt in oktober niet boven de 15 graden en nevelige wolkendekens verslinden de schaarse zonnestralen.
Met deze wijsheid pak ik mijn koffer in, drie warme truien, een regenbroek, een wollen maillot en je-weet-maar-nooit-wanten. Een extra flanelletje voor koude nachten. Achteraf gezien heb ik een kemel gepleegd, een flater begaan of een bok geschoten, want lief ik genoten drie dagen van een voorzichtig zonnetje, van een behaaglijk briesje en van gloedvolle herfstavonden. Geen tricotje nodig, het flanelletje bleef ongeroerd.
En toch ondergingen wij, onverwacht, de huiverige herfstige sfeer uit de verhalen van Harry Potter. Talloze kerken, omgeven met krakkemikkige grafstenen en oude spinnige kastelen verscholen zich achter de dolende wolken in de avondzon. Allemaal onheilspellend genoeg om van Flubberwurm of Kommerworm te dromen.
Wij waren een weekend in deze fascineerde stad, met vestingen en burchten zover het oog rijkt, met parken zo groot als een koninklijke stad betaamt met een sfeer van weleer.
Edinburgh, de stad van lakeien en grandeur. Van fluweel en livrei. Voor de plaatselijke ‘Hema’ posteert een rondborstige portier, vast een afstammeling van het regiment van The Queen. Hij lijkt op onze Security, maar is hier verpakt in een decorum van de hoogste orde. Geen te grote pantalon, of juist een te strakke, geen sompig overhemd, opgesierd met een malle stropdas. Nee, niets van dat al. Voor de grande warenhuizen en hotels zijn er de echte James, met biezen en kwasten. Zij begroeten ons hoffelijk, houden de deur open en vragen- zo nodig- of we something need. Nee hoor, wij redden ons zeker en goed, maar het klinkt vriendelijk en gastvrij. Beter, het is vriendelijk en gastvrij. Alsof het de normaalste gang van zaken is.
Kan ik misschien een doosje van deze hoffelijkheid meenemen naar ons eigen lage landje? Daarvoor laat ik graag een schotse kilt liggen of een pondje Haggis. Overigens is Haggis ook vegetarisch verkrijgbaar, ongelofelijk. Zal dat dan op Jan-in-de-zak lijken? Een gerecht van heel lang geleden met veel meel, rozijnen en nog wat?
Na drie dagen vlieg ik hoog in de lucht terug.
De herfstvakantie nadert, deze oma heeft zo haar afspraken. Er zullen veel verhaaltjes voorgelezen gaan worden, paddenstoeltjes geknutseld en spinnenwebben geweven. Manlief blijft achter voor zaken die er ook toe doen.
In mijn Kee-Ail-Em-stoel, Schots voor KLM, geniet ik immens na van deze dagen. De zon schittert in volle glorie op de bovenkant van het witte wolkendek.
Het lijken bergjes slagroom, opgesierd met miljoenen twinkelende glitters. Hoog in de lucht twinkelen mijn ogen mee.
Met deze ontdekking vlieg ik, van wat me lief is naar wat me lief is.
Willie,
20 oktober 2011