Souvenir

Zo. Weer thuis. De vakantie-was draait, de slaapzakken willen buiten een luchtje scheppen en de tent hangt op het balkon om de Franse ochtenddauw prijs te geven, want we vertrokken vroeg. Op een tijdstip dat de zon nog eventjes kiekeboe speelde met de bergen. De nevel van de nacht pakten we gewoon in en beloofden onze Tunnel Vision, met haringen en scheerlijnen, dat ie er thuis nog even uit mag. Aldus geschiedde.
Morgen gaat de hele mikmak in tassen, zakken en hoezen overwinteren op zolder. Droog zijn is dan het devies.
De auto is ontdaan van lege flesjes cola, bananenschillen en kruimels stokbrood. Het ruikt daarbinnen nog een beetje naar Franse kaas en veel gebruikte bergschoenen, een even onmiskenbaar als superb souvenir.
We reisden naar het verre zuiden in Frankrijk, waar in elk geval de zon scheen. De Middellandse zee was blauw als nooit tevoren en de warme wind deed de rest. Terwijl achterblijvers kond deden van herfstige taferelen, van doorweekte hoofden en kolkende goten, flaneerden lief en ik op pleinen met platanen, fonteinen en terrassen, alwaar we in ons beste Frans of deux café of deux pression bestelden. Het een of het ander lag aan het tijdstip van de dag.
Op een warme avond, in een bergdorp met twintig huizen en met een heuse burgemeester woonden wij een muzikale avond bij, een tribuut voor Piaf. Het evenement vond plaats in een dorpshuis, de polyvalente, waar elk gehucht in Frankrijk er een van heeft. De zaal was ingericht met rode plasticstoeltjes. Wat vlaggen in de nationale driekleur versierden de hanenbalken, rood-wit-blauw in een andere volgorde, dat wel.
De burgemeester, zijn flinke postuur charmant gestoken in een wit Lacoste vest, bedankte iedereen en verwelkomde ook iedereen. Je bent zo een half uur verder.
De zangeres zong iedereen stil, ademloos klikte de klok naar middernacht.
In hetzelfde dorp aten we. Het restaurant was behangen met deerniswekkende hertengeweien en onverschrokken zwijnskoppen, evenwel opgesierd met kerstlampjes en ruikertjes lavendel. Overjarige droogboeketten treurden in hun vaasjes. De meubels waren vooral bruin, heel erg bruin en zwaar.
De kaart gaf niet veel keus; mijn vegetarisch voorkeur leek even een buitenaardse onderneming. En toch. Onze smaakpapillen hebben genoten. Lief gaf zich over aan een autochtoon dier, vrolijk opgediend met knoflook en kruiden.
Mijn vegetarische bord was een feest voor het oog en van sterrenklasse. De kok maakte, misschien zonder dat ie het zelf wist, een bloemlezing van kazen, tomaten, olijven, groenten, vruchten en broodjes.
Terwijl de wijn fonkelde in de glazen, wisten wij weer waarom wij zo graag in Frankrijk zijn.
Vanwege de wijn en de gastvrijheid. En de burgemeesters.

Willie, 5 augustus 2011

This entry was posted in Reizen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.