Het leek zo voor later

Nog drie maanden te gaan. De dagen gaan plots tellen: september, oktober en november.
Ooit begon mijn werkkalender in 1968; als jonge “kwekeling” voelde ik me koning te rijk met een baan op een lagere school. Ik leerde 45 kleine meisjes van rond de zeven jaar netjes tussen de lijnen schrijven, rijtjes sommen maken in eindeloze herhaling, tekenen volgens voorschrift en lichamelijke opvoeding in verplichte rokjes en ritmische pasjes. De school was van Katholieke Huize, daarom kwam Jezus op Hemelvaartsdag in de hartjes van “mijn kinderen”. Wij leerden knielen bij een belletje, opstaan bij twee belletjes en de oogkes sluiten bij drie belletjes. Gedoogsteun van de koster van deze parochie, daar kon ik niet op rekenen, omdat mijn jurk net iets te ver boven de knie was ontworpen. Op de echte dag van de Eerste Heilige Communie droeg ik daarom een ensemble waar mijn huidige Marokkaanse cursisten trots op zouden zijn. Toen, 1968.
Nu, 2010. Nog drie maanden te gaan. Mijn pensioen, zelf gekozen en aangevraagd, kruipt zoetjesaan mijn leven in. Het leek zo voor later, het is zo ineens nu, het lijkt morgen al.
Er komen geen herhalingen meer, elk nieuw hoofdstuk, elke les, elk onderwerp, elke moeizame poging onze taal begrijpelijk te maken is echt voor de laatste keer. Ik zuig als een hongerige boreling de ervaringen en beelden op nu het nog kan.
Zoals bij Abdirachman. Hij kan de switch onder zijn donkere krullenbol niet maken maken, dat het woordje naam meer inhoud heeft dan alleen zijn eigen naam. Hoopvol laat hij de gevraagde invuloefening zien. “Mijn naam is Kees”, hij kan het niet bevatten. Hij heet geen Kees dus blijft het bij zijn perceptie: “Mijn Abdirachman is Kees”.
Of bij Fatima, die -na 63 wijze levensjaren- woorden probeert te lezen. Kar en tas en roos en as. Alles met ons westerse alfabet geschreven. Zij knijpt haar gerimpelde gezicht samen en tuurt serieus naar haar boek waar plaatjes met de woorden staan. Triomfantelijk roept zij: “Bloem”. Ik lees roos en laat het even zo. Ze is naar deze cursus gestuurd, ze moet, maar ze is zo moe. Zij draagt een grote jurk, het lijkt beige. Groot van stuk is mijn Marokkaanse niet, haar benen bengelen een beetje, zonder houvast op de grond. Zwarte sportschoenen zie ik, met grijze dikke sokken. Wanneer haar rok even fladdert is daar een heuse legging. Niet als modieus verschijnsel maar als praktische vervanging voor haar vertrouwde gebloemde pyjamabroek. In de pauze krijg ik van haar een zakje warrige chocolaatjes, want zo fluistert ze mij toe: “Ik chocola”. “Ik ben inpakster op de chocolade afdeling” is een brug te ver. Voor nu, voor morgen en voor altijd. Om twaalf uur begeleid ik haar naar ‘het busje’. Dan verdwijnt zij in de herfstzon, op weg naar haar lopende band met chocolade. Volgende week koop ik een roos voor haar.
Soms zijn het onverwachte kwinkslagen die in het lokaal landen. Om de tongen los te krijgen is de oefening “waar of niet waar” een goeie.
-Het regent- bijna altijd waar.
-De docent is dik- niet waar.
-Gouda ligt in Marokko- uhhh, dat werd lastig.
“Best wel een beetje waar”, roept Idriss. Geboren en getogen in een Goudse wijk met veel landgenoten begrijp ik hem wel. Met een knipoog voegt hij er aan toe:
“In de zomer lijkt mijn geboortedorp Nador wel op Gouda. Allemaal tassen van de Hema en van Zeeman.”
Idriss komt er wel, zijn ambities liegen er niet om. Hij wil chef worden. De lakens uitdelen, haantje de voorste zijn, delegeren. In de kleine omgeving van ons leslokaal oefent hij al flink. Mijn ervaren jaren geven hem de ruimte. Even na twaalf komt hij een vergeten pen ophalen, maar eigenlijk met een vraag:
“Docent, kan ik ook jou worden?”
“Wie weet, misschien Idriss, maar je kinderen zeker.” Noem het opportunisme, ik geloof erin.
“Mooi”.
Opgetogen beent hij het lokaal uit, een oude bruine aktetas onder de arm, zijn tred verraadt hoop.
“R-oo-s wordt bloem” , “Abdirachman heet Kees”, “Ik word jou”, samen struikelend door de taal, hobbelend langs mijn emoties komt later steeds dichterbij.

This entry was posted in Taal, werk. Bookmark the permalink.

Comments are closed.