Onze Lieve Heer op Zolder

Onze Lieve Heer op Zolder.

De eerste doos vol met overbodige herinneringen draag ik de trap af. Wat er al niet inzit! Verzamelingen van jarenlange “mooie-papiertjes-bewaar-ijver”; de zogenaamde platstrijkers in het idioom van mijn moeder. Maar bij een doos vol oude papiertjes met valse vouwen – en met geniepige plekjes waar het plakband toch de sporen achterliet – blijft het niet.
Er gaat meer de trap af. Dekbedhoezen in modekleuren van verschillende decennia. Met ruiten of met bloemen. Met filmsterren of andere aanbeden helden. Eenmaal beneden aanbeland gaat de doos toch weer opnieuw open: die met de snoek erop genaaid gaat terug. Ik kan er nog geen afstand van doen. De desbetreffende visser woont nu in Frankrijk, zeker 1000 meter boven het territorium van baarzen en karpers, maar mijn emotie vraagt nog even geduld. Onder de vissenhoes stralen Jip en Janneke op een felgekleurde ondergrond mij aan. Ofschoon deze hoes slechts voor een eenpersoonsdekbed geschikt is, en de dochter al lang gelukkig ligt te wezen onder een kanjerdekbed van twee bij twee, neem ik een impulsief doch voortvarend besluit. Jip en Janneke gaan nog even mee. Nu is het goed. Dik plakband om de doos-voor-de-rommelmarkt.
De zolder ga ik leeg maken zodat ruimte vrij komt!
Maandagochtend, net na negenen staat de makelaar op de stoep. Het huis, nog nasidderend van gedichten, pakjes, strikjes en restanten snoepgoed van het Sinterklaasfeest, wordt aan een keurende blik onderworpen. Het is momenteel wat vol in huis. Logees stuiteren nog de trap af, de ontbijttafel geeft een revolutionaire aanblik. Tijdens de koffie gaat het gesprek over de sfeer in huis, mede bepaald door mijn passie voor boeken. Veel boeken heb ik. Echt wel. Dat de boeken die op de kast liggen even moeten onderduiken, akkoord. Nooit zou ik gehoor geven aan de opdracht die schoonzoon denkt gehoord te hebben: “Alle boeken even weg voor de ruimte.” Mooi niet.
We maken een rondgang door het huis, waar ik vandaag op de dag precies tien jaar woon. Ik verbaas me over deze tijdsspanne. Naast een kort geheugen heb ik blijkbaar ook een lang geheugen. Vind ik het nu lang of kort? Ik weet het even niet meer. Wel dat dit huis een gelukkige plek was en is.
Terug naar de rondgang. In ons huizenwoordenboek staan al veel uitdrukkingen, zoals schuifseparatie en bevloerde zolder. Vandaag schrijven we er een nieuw woord bij: fundamenteel huis. Dat klinkt goed, en het is ook goed. Wanneer de klok elf uur slaat knikken lief en ik elkaar eens toe. Het gaat wel lukken, de verkoop met deze makelaar. Dat er nu nog veel op ons figuurlijke dak komt beseffen we nauwelijks. Akten, rentes, bouwkundige keuringen. Kopieën van zo het een en ander, vragenlijsten over gordijnen en buitenlampen. Afspraken met bank en de fotogaaf.
Het gaat wat vlug. Vooral de fotograaf heeft er zin in, hij wil morgen al komen. Het gaat wat vlug, ik memoreerde het al. Die dozen met papiertjes, dekbedhoezen en herinneringen…
Twee etmalen verder is de gang erin, kan er zelfs afscheid genomen worden van oude tijdschriften en verkleurde knuffels. Het huis oogt leeg, ruimte doet zijn intree, zoals afgesproken. Het zoldertje boven de zolder blijft daarentegen bepakt en bezakt met de attributen van de decembermaand. De tijd van kerststal is dan wel aangebroken, Onze Lieve Heer moet nog even op zolder blijven, in afwachting van de plannen die gemaakt gaan worden.

Willie,
9 december 2005

This entry was posted in Verhalen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.