De autoverkoper

Eigenlijk is de col du Galibier net iets te hoog voor onze oude voiture. Hijgend haalt ze de top, om daarna flink wat koelwater te lossen. Lampje rood. De warme franse zon verhit het wegdek, de motorkap en onze gemoedstoestand. Rood. We toveren de onverwoestbare kampeerjerrycan tevoorschijn, zoeken een fontein en we hebben geluk. Lampje dooft en behoedzaam rijden we naar de jongste zoon. De bergenjongen, die ons ongeloofwaardig aankijkt en stante pede onder onze auto kruipt. Naast het veroveren van toppen heeft ie ook ogen en handen ontwikkeld voor motoren in de dalen. Of we Nederland nog halen? Meer dan : ” wie weet” kan hij, noch zijn vriend mecanicien ons niet vertellen. Linke soep, maar we gokken op een veilige terugrit naar Nederland, hetgeen gebeurt. De extra flessen met water blijven onaangeroerd. Zonder het alarmerende rood komen we aan in Gouda. Maar toch. Na haar tweehonderdduizend kilometer is het ook wel mooi geweest voor de ZX.
Manlief zoekt en googelt zich bijna suf naar nieuwe, mooie, slimme, zuinige auto’s. Bijna elke dag komen er nieuwe, soms onwaarschijnlijke merken in het vizier. Een toyota, een volkswagen, een peugeot. Sommige bij nader inzien te krap, te duur, te weinig karakter. Dan ineens: een Honda. Ik verslik me, kan amper mijn ongenoegen verbergen. Een Honda! Warempel nooit gedacht dat een merk auto mij zo zou beroeren. Verbaasd over zoveel commotie wordt de zoektocht door de heer des huizes gniffelend voortgezet.
Ineens weten we het: een Meriva. Mooi karretje, veel ruimte, betaalbaar, veilig en zuinig. Vijf eigenschappen waar we voor gaan. Onverwacht snel zijn we op bezoek bij de dealer. De verkoper, verkleed in een iets te ruim zittend streepjespak met spikkeltjesdas in deze boedhete glazen showroom, kwijt zich manhaftig van zijn taak en vertelt ons alles wat we al met eigen ogen zien. Dat de kleur grijs is, dat de banden velgen hebben, dat ze een op veertien rijdt (staat op de voorruit), dat alle spiegels verstelbaar zijn en dat er een ruim handschoenenkastje is. Wat we nu nog niet kunnen zien is dat de airco goed werkt en de wegligging stabiel is. Totzover zijn we niet zo verbaasd. Logische zaken bij een nieuwe aanschaf. Dan vertrekt het ruimzittende streepjespak om een mooie berekening voor ons te maken. We slenteren door dit inmense autoaquarium en dromen even weg in een cabrio met veel bombarie. Geenszins van plan om te kopen, laat staan te rijden: hoe verder te leven zonder ruimte voor de vliegtuigjes, de kampeeruitrusting en de stoeltjes voor de kleinkinderen? De ski’s, de ruilhandel van kleinkinderenkleertjes en de dozen voor Frankrijk gevuld met kilo’s vacuum kaas, potten stroop, pakken Brinta en nog meer?
“Meneer, mevrouw. Wij kunnen u het volgende aanbieden”. Ik zie geen wij, tegenover ons zit slechts een persoon: onze man van de glimmende velgen en de verstelbare spiegels. Deze pluralis majestatis valt ontegenzeggelijk onder het eerste hoofstuk, eerste regel van de verkooptechniek. “Wij” als grote onderneming, als gedeelde verantwoordelijkheid, als ‘met ons valt niet te spotten’. Tja.
” Meneer, mevrouw. Wij kunnen u het volgende aanbieden. Deze actie geldt slechts een week, u moet voor vrijdag beslissen. Dan ontvangt u 100 euro korting”. Van zo’n heldhaftige aanbieding maakt de gespikkelde stropdas bijna een dansje. Of komt het door de warmte en de heuse overtuiging waarmee de verkoper denkt ons onder druk te kunnen zetten? Wij druipen letterlijk en figuurlijk af, gaan een ijsje eten en overdenken deze enerverende middag. Een grijze opel, lijkt ook wel erg 60…
Een nachtje over slapen, is het parool.

Willie, 16 augustus 2007

This entry was posted in Geen categorie. Bookmark the permalink.

Comments are closed.