Rode Zee

Tussen het irritante geluid van de vroege wekker in Gouda en de omhelzing van mijn kleine Micki op het station Den Haag CS liggen bijna tachtig minuten. Sinds de oppasdag naar de maandag verschoven is, is het week-end veranderd. Ooit was de vrijdag de meest ideale avond: nog twee vrije dagen te gaan met alle beloften over lege en vrije tijd. Nu lijkt het wel of zondagavond de meeste dromen met zich meedraagt: de dromen van de komende dag. Het gaat niet meer om vrije of lege tijd. Er is een invulling van alle minuten, tussen aankomst en vertrek. Micki en ik wandelen, wij zingen, wij bouwen krantenhuisjes en wij spelen “visite”. Wij zetten samen koffie en breien en sjaal voor Beer. Daarnaast verbaas ik me over de woordjes die er elke week in een rap tempo zijn bijgekomen. Haar taalwereldje verruimt zich met een snelheid van vallende sterren. Seizoensgebonden woorden, vervoegingingen van werkwoorden en kleine zinnetjes markeren elke maandag weer een vooruitgang. Ook hebben Micki en ik soms een meningsverschil -of de stadsbus in Gouda : “een Connexxion’ of “een HTM” is-. “Domme oma”, komt er dan ook nog even achteraan. Leergierig als ze is luistert zij onverholen naar elk woord dat vreemd in haar oren klinkt. Ze keuvelt het na, met een lichte zweem van een vraagje, zodat de automatische piloot van oma het woord nogmaals herhaalt. Nog een keer, nog een keer en soms nog heel veel keren. Dan plots komt het nieuwe woord uit het zwarte krullenkoppie, zonder fout, zonder hapering. Weer een woord in de vocabulaire. “Heksje Halloween” is een van de mooiste nieuwe aanwinsten. Er is nog genoeg taal te leren, alhoewel de verplichte peutertaalltoets wel aan dit dametje voorbij kan gaan. Of zou ze afgerekend worden op: “Papoen” en “Kodootje”?
Goed. Terug naar de aankomst op het station in Den Haag. In de vroege morgen, gehaast en gedrang van ronddolende ambtenaren en gehaaste scholieren. Ieder had zo het irritante geluid van de vroege wekker. Zelfs ik herinner me nog even het warme bed. Maar dan…
Als door een afgesproken, maar onhoorbaar signaal gebeurt er iets. Ambtenaren, scholieren en reizigers gaan uiteen zoals de golven in de Rode Zee in de tijd van Mozes.
Er is een moment van ingehouden pas, van verstilde voetstappen en van glinstering in ogen, en vertedering rond lippen bij de reizende randstedelingen.
Want wie komt daar aan? Wie holt zo snel als haar kleine bruine laarsjes haar dragen kunnen tussen deze spontane mensenhaag door?
Juist. Kleine Micki.
Ik til haar op en kus haar. Over alle hoofden heen zie ik een gelukkige vader die zich rijk mag rekenen met dit wonderschone meiske. En dat doet ie ook..
Mijn maandag gaat beginnen. Tussen aankomst en vertrek liggen 480 minuten. Tijd van geluk en tijd van ontroering…

Willie, 14 november 2006

This entry was posted in Kleinkinderen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.