“Open wonden genezen niet…”

Heimwee.
Ik verlaat mijn woning in de vroege ochtenduren. Hier en daar schittert een lamp, ruikt het naar koffie en worden honden keurig aan de lijn uitgelaten. Onze tuinen hebben de uitstraling van “hoe het hoort”.
Als ik aankom in mijn andere buurt moet ik mij melden bij de receptie. Tijd van aankomst, reden van aankomst. Met sleutel en portofoon gewapend gaat ook hier de dag beginnen. Het ruikt niet naar koffie, er zijn geen huisdieren. TLbuizen geven geen schittering, over een tuin wil ik liever niet praten.
Op weg naar mijn gebouw groet ik iedereen die ik tegenkom. Soms krijg ik antwoord, soms een glimlach. Wat doet het er ook toe. De blik van mijn buurtbewoners maakt duidelijk dat zij slecht hebben geslapen. De muren zijn ook zo dun, de kamers ook zo klein, de leeftijden zo uiteenlopend. Het dag- en nachtritme is door muziek of huilende baby’s zo uit balans geraakt.
Kinderen lopen naar school, zij hebben de ogen van de toekomst. Tegen negenen komen hun moeders. Zij sluiten de deuren van hun ‘room’ en willen grenzen voor een paar uur vergeten. De grenzen die zij over gingen om naar een betere wereld te verhuizen. Zij lieten hun vertrouwde buurt achter, niet wetend dat er een buurt voor in de plaats zou komen met die omgeven is door zichtbare en onzichtbare grenzen.
Ik probeer woorden aan hen te slijten: de tas, de jas, de man en de kast.
Dan ineens schijnt de zon. De bomen op het terrein zijn nog kaal. De overvolle containers geven een troosteloze aanblik.
En toch, die zon. De buurt verandert. Op de schaarse bankjes zitten in een oogwenk mannen en vrouwen uit landen waar de buurt zich voornamelijk buiten afspeelde. De warmte van de zon doet verlangen naar het leven van weleer. De buurt haalt stoelen, banken en kleuters naar buiten. Ik laat de tas, de jas de man en de kast voor wat zij zijn en besluit deel te nemen aan een buurtgevoel dat onze cultuur niet kent.
Wij gaan naar buiten en drinken en praten. De schaal met koekjes gaat rond en blijft daana uitnodigend in het midden staan. De kinderen verschillen niet van onze kinderen, zij hangen aan de rokken van hun moeders, ontdekken de wereld om zich heen en keren voor enkele minuten weer terug. Ik versta gaan Farsi, geen Dari en geen Somalisch. Enkele minuten voel ik me in een wereld zonder grenzen.
Tegen de avond fiets ik terug naar mijn vertrouwde buurt met de mooie tuinen.
Maar nu voel ik heimwee.

Willie,

” Heimwee” werd geplaatst in de Volkskrant, voorjaar 2003

Dit verhaal schreef ik in 2003 en werd toen geplaatst in de Volkskrant. Vandaag, maandag 23 oktober 2006, lees ik weer, en opnieuw met verbazing
en verontrusting, het artikel “Een gruwelijke loterij”. Het artikel beschrijft de angsten en de heimwee van hen die in ons land hun wonden proberen te
laten genezen. Maar nog steeds worden vluchtelingen in ons land, door willekeur of ongerijmde wetten en regels, opnieuw slachtoffer.

This entry was posted in werk. Bookmark the permalink.

Comments are closed.