De Kruidvatjes!

Het volle perron op deze zonnige septemberdag doet het ergste vermoeden. Veel passagiers en weinig trein. Voor ons wacht namelijk een lange reis: zoonlief in Groningen is jarig. Met kado, koffie en krant zijn wij klaar en bereid de reis te aanvaarden. Thuis is er nog even getwijfeld over de reis, of de rit met de auto toch niet vlugger en comfortabeler zou zijn. Maar een aanbieding van de bekendste drogist van Nederland gaf de doorslag. Voor slechts negen harde euro’s kunnen wij naar believen heel Nederland op een dag doorkruisen. Een kleine rekensom en de NS krijgt ons voordeel van de twijfel en deze zaterdag zijn wij klant voor twee maal twee tweehonderd kilometer.
Klokslag dertien over twaalf staat de trein stil in Gouda en spoeden wij ons naar binnen. Wij zoeken een ruime en comfortabele zitplaats. Dat het niet meevalt, is voor ons geen issue. We lopen en lopen, van coupe naar coupe. In eerste coupe heeft zich een handbalgroep gevestigd. Blozende dames, rond de twintig met enorme sporttassen. Onder luid applaus worden broodjes en zakken druiven te voorschijn getoverd. Gezellige troupe, dat wel. Voor ons te druk.
De andere coupe is bezet door een flowerpowervriendenkring met bijpassende grote hond. De jaren zestig doemen weer voor ons op, maar wij zijn nu gewapend met serieuze boeken en verantwoorde kranten. Toch wel een beetje door establisment gevoed zetten wij onze zoektocht naar een rustige plek voort. We willen zo graag lezen of zachtjes met elkaar kunnen praten. Een ludiek en verantwoord verjaardagsfeestje “treinreisje met acht jongetjes van acht” laten we ook voor wat het is. Achter de vierde schuifdeur lijkt het ideaal. Twee banken tegenoverelkaar, verder zo hier en daar een week-end forens, met bescheiden bagage en nog bescheidener oogopslag. Geruststellend krantengeritsel of gekuch achter de week-end bijlagen.
” En toen zeg ik nog tegen haar, als je met hem zoent dan ken ik je niet meer”. Plots worden we vanachter aangevallen door een kakafonie van meidenstemmen. “Nou, wat denk je, wat ze deed, die trut”… We zijn niet nieuwsgierig genoeg om af te wachten hoe dit liefdesdrama af zou lopen
en vervolgen onze expeditie. We laten deze onstuimige tieners achter, alhoewel hun stemgeluid, hun aanwezigheid en hun gulzigheid als vanzelf de hele trein vult.
Bijna voor in de trein vinden we de volmaakte plek, het schoolreisjesgevoel laat niet lang op zich wachten: in onze rugzak zit een “kleine kaart” van een goed restautant. Onze koffie is vers, de gevulde koeken zijn van de allerbeste bakker en de broodjes zijn besmeerd met echte boter. Terwijl de bomen langs zoeven, de landerijen zich in een sneltreinvaart aan ons tentoonstellen, de kraaien en ganzen wedijveren met snelheid van de trein, genieten wij uit de pick-nick mand.
Een uur lang lees naar hartelust alle bijlagen, verhandelingen en opiniestukken. Dan voel ik me indommelen. Het monotome geluid van de trein, de zon door het vensterglas, de overgave aan de lange rit: de oogleden hebben de strijd opgegeven. Mijn hoofd op de immer warme schouder van mijn reisgenoot, de krant slordig en gekreukt op mijn schoot.
“Een heel goede middag saam, de kaarrrtjes alstublieft”. Ik schrik wakker, strijk de verfromfraaide krant recht, probeer snel rechtop te gaan zitten en de laatste kruimels van de koek weg te moffelen. Lief leest onverdroten voort, slaat een pagina om en verblikt of verbloost niet wanneer hij de gereduceerde kaartjes met zijn kenmerkende grootsheid en flair overhandigt aan onze dienstdoende Spoorman. Hij kijkt van links naar rechts, van krant naar boek, van thermoskan naar kruimels en vat in een ogenblik met luide stem de situatie samen:
“AHA, DE KRUIDVATJES”.
Voor een dubbeltje op de eerste rang heeft ook zo zijn eigen gevoeligheden…

Willie, 17 oktober 2006

This entry was posted in Reizen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.