Bergmoeder

Bergmoeder.
De telefoon in ons nieuwe huis gaat over. Even zoeken waar het rinkelen vandaan komt maar bovenal ook is het telkens nog even schrikken van het holle geluid in een nog niet aangekleed huis. Maar het is niet alleen het geluid, het is ook het late avondtijdstip. Wie zal ons op dit uur, gevuld met sterren, nog willen spreken? Of ons onder het schijnsel van de maan moed willen inspreken voor de komende dagen van dozen, van boren, van kasten en planken? Van afvragen waar we dit en waar we dat ook alweer hebben gelaten…
Ik schrik. Automatisch slaat mijn stem over: “Goedenavond, met Willie.” Aan de andere kant van de lijn valt een hoorbare stilte. Ik weet en voel dat mijn franse zoon iets probeert te zeggen.
“Ha Rogier, alles goed daar?” Dat het met hem goed gaat is even niet van belang, er is een verschrikkelijk ongeluk gebeurd met een vriend. Hoog in de bergen, net voor zonsopkomst is Eric gevallen en met hem een franse klimmaat. Met tussenpozen en met de nog tijdelijke hiaten over de toedracht verhaalt Rogier van het erge. En nu is het afwachten wat de hersenen van Eric van plan zijn. Het is zo stil. -Als de vogel niet meer zingt is de berg nog stiller-
Mijn motivatie om nog een of twee kastplanken leuk en gezellig in te richten is weg. In gedachten ben ik daar bij dat ziekenhuisbed, bij de vriend die eens zo zorgzaam was voor Rogier.
Ik haat op dit moment de fysieke afstand, de lange kilometers die mij scheiden van Rogier maar ook van het Zwitserse ziekenhuis. Daar zou ik naar toe willen om tegen Eric te fluisteren: “Psst, hé joh, kom op. Laat de bergen niet in de steek, het wordt zo stil zonder jou”.

Willie,
20 juni 2006

This entry was posted in Geen categorie. Bookmark the permalink.

Comments are closed.