Micki en haar publiekje

Dit keer kan er geen kus en geen knuffel van af. Het is even half tien, de kleine krullenbol stapt fier en parmantig mijn verhuizende huis binnen. Ze heeft vandaag zo haar eigen plannen, en wil ogenblikkelijk dat de tonen van Vivaldi ingewisseld worden door haar favoriete meidengroep.
Dat kan: cd’s, tijdschriften en boeken hebben nog geen plaatsje gekregen in de Erkende Verhuisbedrijf dozen. Micki lijkt geen last te hebben van de stoere plannen van haar oma. Sterker nog, de grote verhuisdozen bieden ongekende mogelijkheden. Je kunt er namelijk in kruipen, je kunt er boven op klimmen. Of er door heen kruipen wanneer de bodem nog niet is geconstrueerd.
Ik heb vijf soorten verhuisdozen, ze zijn vanuit alle windstreken in Woubrugge beland. Ik hoor mezelf een diepe zucht slaken: zo eenvoudig als het lijkt, zo ingewikkeld blijkt het te wezen, het in elkaar vouwen en bouwen van de dozen. Flappen van karton, bodems in vier reeds voor gevouwen stukken, zijkanten die een eigen leven willen leiden, onwillige insteekstroken, een verhuisdoos geeft zich niet zo gauw gewonnen. Na enige doortastende maneuvres is het zover, de doos voor het keukengerei wacht geduldig op de messen en zeven. De dozen voor de boeken zijn van kleiner formaat, rugbesparende kubieke decimeters. De puzzel begint opnieuw, de puzzel van de flappen en omgevouwen bodems. Na enkele minuten bekijk ik het resultaat. Naar links en naar rechts en ik grinnik om mijn schepping, er is meer een piramide ontstaan dan een degelijke boekendoos. De logistiek van deze verhuisdoos ontgaat me volledig en ik vraag me ook stiekem af waarom niet alle dozen in heel Nederland hetzelfde vouwrecept meekrijgen. Onverschrokken plet ik het geheel, begin nog eens opnieuw en dan zie ik de pijlen die de volgorde aangeven. Met wat rekken en duwen is er alsnog de beoogde afloop, Rupsje Nooitgenoeg, Opa Pluis en De Drie Biggetjes kunnen op reis. Ondertussen vermaakt Micki zich meer dan ooit. Door de verschillende maten van het verpakkingsmateriaal is er een ware trap ontstaan met er boven op een glijbaantje van zacht vloeipapier voor de breekbare objecten.
“Oma Willie?”
“Ja?”
“Micki zelf”.
Met haar nieuwe sandaaltjes gaat ze op stap. Voorzichtig als ze is kijkt ze of eventuele hulp wel onder haar handjesbereik is. Tuurlijk, oma wijkt niet van haar zij. Plots is de jonge onderzoekster afgeleid en zij last voor zichzelf een kleine pauze in om een sierlijk heupbeweging te maken op een paar accoorden van K3. Keert ook even terug naar de kast waarin haar spulletjes elke week op haar wachten. De grote voorraad fabrieksspeelgoed laat haar meestal koud, een leeg potje creme, de oude lippenbalsem of het kartonnen omhulsel van de fles Whisky hebben zo haar voorkeur. Maar vandaag zoekt ze wat langer en triomfantelijk laat ze haar trofee zien. Zij zocht de vijf groene rinkelarmbandjes, samen gebonden met een touw. Dit achter haar aanslepend begint ze opnieuw aan de beklimming van d’r bergje.
Eerst de linker, dan komt haar rechtervoetje. Een luttele seconde is er een wankeling, al gauw is er de melding:
“Micki tlap”.
“Mooi zo”, komt er uit de hoek waar oma de doos met kinderboeken vult.
“Micki een, twee, dlie, vier, zes, elf, tlap”. Dat is wat je noemt nog eens opschieten.
Gelukkig telt deze dozentrap vier lagen en zonder al te veel problemen bereikt ze de top. Dan gebeurt het: haar blauwe oogjes krijgen sterretjes, haar tandjes komen tevoorschijn omdat haar grijns van oor tot oor is, haar armpjes gaan omhoog, ze viert haar feestje van durf en overwinning. De vijf groene rinkelarmbandjes liggen een treetje lager en glinsteren in de zon.
Micki is mijn Olympisch kampioene!!!!

Willie,
Woubrugge
15 mei 2006

This entry was posted in Geen categorie. Bookmark the permalink.

Comments are closed.