‘Opzij’

Bij een weekend met alleen maar vrouwen hoort de ‘Opzij’. Ik koop het magazine bij de Bruna op het station van mijn eigen mokum. Ik ga op stap. Op stap met zeven vrouwen.
Zij zijn schone, kleine of werkelijke dochters uit mijn gezin. De mannen blijven thuis. Het wordt een onvervalst dames treffen.
Ik reis als eerste af naar de camping in de Noord-Hollandse duinen. Een ielig zonnetje schijnt de coupé binnen, ben allang blij dat het droog is. Ik blader wat in mijn nieuwe aanwinst en als eerste valt mijn oog op een artikel: “Vrouwen griezelen graag”. Niet verder lezen, want kamperen en griezelen kunnen samenkomen in donkere nachten met huilende stormen en de lange oehoes van uilen. Snel sla ik om, dan lees over emotietypes. Na een testje met slechts zes vragen velt subiet de beslissing. Kom er maar eens om. Gelukkig verbaast de uitslag me niet. Door scha en schand heb ik mezelf leren kennen. Warempel.
Zal ik het bij de dochters ook eens voorleggen vanavond? Er zijn vier keuzes: de intellectueel, de empathicus, de rots en de overstomer. In gedachten deel ik de drie volwassen meiden al in. Voorbarig misschien, maar ik ken ze al zo lang…
De trein zoeft door, vrolijk volg ik het jonge vee in de weilanden.
Moeder, schoonmoeder en oma, in alle hoedanigheden ben ik gelukkig en besef me vandaag, meer dan andere dagen, dat ‘goud’ mijn reisgezel is. Daarom zet ik, aangekomen op de camping, stoelen klaar. Pluk fluitenkruid voor op tafel en kook alvast een pannetje rabarber op het campinggasje. Vul de koelkast met melk, bier en wijn. Organiseer een fruitschaal met aardbeien en mango. Maak bedden en bedjes op, haal water en rangschik de kabouters met hun paddenstoelen in het mos.
Tegen het avondrood meldt zich vrouwe ‘een’ met haar twee kleine dochters. We eten pannenkoek en horen de wielewaal. Voor de maan ter kimme verschijnt zijn we compleet, de reizigster uit Groningen en de dames uit Den Haag wandelen en huppelen ons weekend in. Ik tel dan zeven vrouwen.
Allemaal met hun vertouwen, hun angsten, hun overgave, hun geluk, hun fierheid, hun goedmoedigheid, hun trots, hun doorzettingsvermogen, hun blijdschap, hun sterkte, hun wijsheid, hun bedeesdheid. Met een lach, een traan, met honger of overgave.
We praten die avond lang na, hebben het ook koud, maar dat is slechts het klimaat.
Op zaterdag schijnt de zon, spelend met de zeegolven vangen we krabben, slapen even- na een koude of onrustige nacht- onder een alom beschermende parasol. We eten patat, drinken prik en fietsen in gutsende regen terug naar de camping.
‘Opzij’ in alle betekenissen!

Willie 30 mei 2010

This entry was posted in Kinderen. Bookmark the permalink.

Comments are closed.