Ben bekend

Eerst gaat heel even de voordeurbel, dan de sleutel in het slot. Vrijdagmiddag, twaalf uur. De schoenen op de mat, een groet schalt het huis in. “Hallo, ik ben er!”. -Ik- is de steun en toeverlaat in ons huishouden. Ik noem haar hier Malika. Eenmaal in de keuken, de kust is veilig, haalt zij de knoop uit haar hoofddoek. Wriemelt wat met kopspelden (het is me nog nooit duidelijk geworden waarom alle Malika’s hun doek met scherpe speldjes in toom houden) en drapeert behendig haar hoofddoek, zonder poespas, in de ‘binnenstand’. Binnen in dit huis zijn geen vreemde mannen. Zoals zij verwoordt: “Ik ben bekend”. Kennen in de betekenis van veilig zijn. Mooi. Zo af en toe zit wel huismanlief achter zijn computer, maar dat is prima. Hij bijt niet, hij hoort bij mij en hij bespreekt geen vrouwendingen met haar. Hoogstens vraagt hij naar haar examen of, altijd in de roos, naar de kinderen. Drie belhamels, zij heeft d’r handen vol aan die mannekes. Maar ze kan het: opvoeden en integreren tegelijk. Zij koopt een kerstboom, wandelt mee met de avondvierdaagse en de kinderen knutselen een heuse surprise met Sinterklaas. Fruit gaat in het trommeltje voor de pauze, terwijl zij in haar hart liever een goedig zoetigheidje geeft. Leven met twee culturen, het is geen sinecure. Suiker was in haar land een teken van rijkdom, van goeie doen. Tja. Ze past zich aan waar nodig, want onder haar hoofddoek schuilt een allemachtig verstandig hoofd. Zij blijft ook zichzelf, een Marokkaanse, trots op haar geloof en afkomst.
Haar cognitieve vaardigheden, de ouders waren verdommels arm, daarom was school niet haalbaar, zijn van een andere allure. Soms hebben we een spraakverwarring over zeep of het stofapparaat. “Willie, waar is de driehoek?” “Driehoek?” Dan besef ik me dat driehoek geen meetkundige aanduiding is, maar groene zeep in moderne verpakking. Ik heb het eigen merk gekocht van onze nationale grootgrutter, maar die wordt niet als zodanig herkend. Alleen de zeep die Driehoek heet, is volgens onze Mien Dobbelsteen de beste. Zal die geur van vroeger haar
troosten: haar moeder aan de tobbe vol met sop in het verre Berberdorp? Rechtschapen en zuinig als ze is, maakt zij eerst op wat gekocht was. Dan, triomfantelijk, overigens pas na twee maanden, zet zij met een grote glunder een groengele fles ECHTE Driehoek op tafel. Albert Heijn heeft het nakijken. Kwiek en goed geluimd sopt zij dat het een aard heeft. Het stofapparaat bleek de plumeau te wezen, waarmee mijn boekenkast elke week stofvrij wordt gemaakt.
In de uren dat Malika als een tornado door het huis vliedert, hou ik me gedeisd. Kamer, keuken, trap en vloer is dan haar territorium, wanneer ik een handje wil helpen doet ze het of over, of glimlacht vaagjes. Ik sputter niet meer tegen en ga flaneren, verse bloemen kopen of mijn bibliotheekbestand verversen. De onverwachte vrije uren op vrijdagmiddag zijn zo zoetjesaan ook een ritueel geworden van verkenning in de stad.
Deze vrijdag verplaats ik, goedgelaarsd, alle herfstbladeren in een schimmig zonlicht van links naar rechts. De mist weet van geen wijken, des te mooier, zo eind oktober. Ik wandel richting Hoge Gouwe, daar zijn de platanen nu hun mooist, ik neem graag deze omweg. Mijn laarzen weten van geen ophouden: blaadje hier, bergje bladeren daar. Deze herfsttrance duurt tientallen bomen. Dan plots: “Mevrouw, bent u hier bekend?” “Ja!” Als vanzelfsprekend, reageer ik bevestigend.
Ik wijs de gevraagde winkel en denk aan de woorden van Malika: “Ik ben bekend”. Mijn slenteren door de steegjes, langs de grachten, door de parkjes heeft zijn vruchten af geworpen. “Ik ben bekend in Gouda”, ik weet de weg, daarnaast voel ik me ook veilig, in de stad van kaas en kaars.
Thuis, waar het Spic en Span is, geef ik Malika de verse bloemen, als pluim op haar integratie. Morgen koop ik voor mezelf een nieuwe ruiker op de Goudse markt.

Willie, 30 oktober 2009

This entry was posted in In en om de Keizerstraat. Bookmark the permalink.

Comments are closed.